Vereniging GDO en vSKBN hebben de krachten gebundeld. Door de koppeling van 260 stads- en kinderboerderijen (vSKBN) en 140 centra voor natuur- en duurzaamheidseducatie (GDO) ontstaat een heel fijnmazig netwerk met een grote landelijke dekking. Daarmee bereiken we de meeste inwoners van Nederland.
,,Hiermee zetten we als verenigingen een grote stap om een krachtige impuls te geven aan het versterken van de relatie van mensen met natuur, dieren en duurzaamheid”, aldus voorzitter Jacqueline van Dongen.
De krachtenbundeling betekent in de praktijk dat er twee besturen zijn, die door dezelfde personen worden bemenst. De ondersteuningsorganisatie, met coördinatie, financiële administratie en communicatie, is ondergebracht bij GDO-partner SME.
Unieke kennis
Binnen de drie organisaties is unieke kennis beschikbaar die over en weer kan worden gedeeld, zoals over educatie, (publieks)communicatie, participatie, dierenwelzijn en duurzaamheid. En kennis over lokale situaties, over inspireren van netwerken of de omgang met vrijwilligers en studenten. Het benutten van deze kennis in gezamenlijke projecten biedt alle leden meer kansen en mogelijkheden. Veel GDO-leden hebben of werken vanuit een of meerdere stads- en kinderboerderijen.
Door de communicatie van de drie organisaties aan elkaar te koppelen en naar elkaar te verwijzen, bereiken we bovendien een groter publiek. Daarmee zijn beide verenigingen en vooral het werk van onze leden beter zichtbaar.
Maatschappelijke baten
Het bundelen van samenwerkingspartners van de drie organisaties leidt tot kortere lijnen en dit biedt ook naar de toekomst toe vele kansen. Gezamenlijk kunnen we de maatschappelijke baten van de stads- en kinderboerderijen en natuur- en duurzaamheidscentra nog beter onder de aandacht brengen bij lokale en landelijke politieke en maatschappelijke organisaties.
Bestuur
De bestuurders zijn Jacqueline van Dongen, voorzitter en wethouder van Zwijndrecht, Paul Duijsings (penningmeester), Arjanne Lagendijk (adviseur), Liesbeth Bronkhorst (directeur-bestuurder Stad & Natuur Almere), Katelijne van Spronsen (directeur De Helderse Vallei), Sytske Romijn (NME Amstelveen), Avinash Krishnasing en Arnold Steenhuis. Beide ALV’s hebben in november 2024 unaniem ingestemd met deze besturenfusie.
Groen in de stad heeft veel voordelen. Het zorgt namelijk voor een grotere biodiversiteit en verkoeling tijdens hete zomerperiodes. Ook zorgt groen in de stad voor minder wateroverlast omdat het water beter de bodem in kan zakken. Gemeenten maken steeds meer ruimte voor groen in hun ruimtelijke plannen, en ook in de bestaande buitenruimtes zoals (winkel)straten en bermen wordt meer groen geplant en gezaaid.
Naast grotere groene plekken in de buitenruimte, zien we ook steeds vaker kleine stukjes groen in de stad; in geveltuintjes, rond boomspiegels en balkons. Zo’n klein stuk groen is meestal groot genoeg voor een aantal vaste planten, bloemen, kruiden en soms zelfs voor een kleine boom. En wat blijkt? Die kleine stukken groen hebben groot nut, zo blijkt uit onderzoek.
154 soorten insecten in 100 vierkante meter
Onderzoeker Joeri Morpurgo (Universiteit Leiden) onderzocht welke insecten leefden in 65 geveltuinen in Amsterdam en Den Haag. Uit zijn onderzoek bleek dat de piepkleine stukken groen verrassend groot nut hebben. In zo’n 100 vierkante meter geveltuin vond Joeri namelijk 235 plantensoorten en 154 soorten insecten. “Het gaat om een gigantische hoeveelheid soorten, zelfs meer dan normaal gesproken in natuurlijk gebied voorkomt”, zegt de onderzoeker.
Kleine stukken groen verbinden een netwerk van natuur
Deze kleine stukken groen bieden dus een leefomgeving voor verschillende dieren en insecten, zoals bijen, vlinders en vogels. Via de geveltuinen kunnen insecten in de stad zich als het ware van ‘eiland naar eiland’ verplaatsen. Op deze manieren verbinden geveltuinen en andere kleine stukken groen het leven op aarde met elkaar, zodat insecten meer overlevingskans en aanpassingsvermogen hebben.
Insecten zijn onmisbaar voor de bestuiving van planten
Voor 75% van alle voedselgewassen die we verbouwen is bestuiving nodig. Omdat veel weilanden geen bloemen hebben en akkers worden omgeploegd, kunnen insecten er niet meer in leven. Dat heeft gevolgen voor de landbouw, omdat er geen bestuiving meer plaatsvindt. Het kleine groen zorgt volgens Joeri Morpurgo voor een extra genetische reserve aan insecten in de stad, voor als het misgaat met de insectenpopulatie in de landbouw.
Huurders op Groen gaat voor vergroening bij sociale huurwoningen
De resultaten van het onderzoek laten zien dat je al op kleine schaal een groot verschil kan maken. Toch is de helft van de Nederlandse tuinen betegeld, met name in wijken met veel sociale huurwoningen. Bij veel mensen ontbreekt het aan middelen voor of kennis over het vergroenen van de tuin. Tijdens de pilot van het project Huurders op Groen ondersteunen we samen met Groene Huisvesters, de Woonbond, en partner SME drie lokale projectteams bij groenparticipatie met huurders. Het projectteam gaat aan de slag met het vergroenen van de voor- en achtertuinen, gevels of balkons van een straat of wijk hun gemeente.
Huurders op Groen is een kickstarterprogramma voor lokale NDE-centra, woningcorporaties, gemeenten en bewoners. Het biedt hen gedurende een jaar begeleiding en kennis bij het opbouwen van een duurzaam lokaal groen-netwerk en groenparticipatie. De pilot van dit project loopt tot en met juni 2025. Kijk voor meer informatie op www.huurdersopgroen.nl.
SLO publiceerde deze maand de nieuwe conceptkerndoelen van 5 leergebieden, waaronder mens en natuur. De huidige kerndoelen stammen uit 2006. Na een jaar van ontwikkelen en reflecteren heeft een team van leraren, vakexperts en curriculumexperts de kerndoelen geactualiseerd. GDO zat in de advieskring voor de actualisatie. Samen met onze leden ondersteunden we het kernteam door te reflecteren op tussenproducten en concrete feedback te geven.
De ontwikkeling is een mooie stap naar onderwijs dat niet alleen draait om kennis, maar ook om het begrijpen van de relatie tussen de mens en diens omgeving. Kerndoelen geven namelijk aan wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren om nu – en later – actief mee te kunnen doen in de samenleving. Hoe dat precies in de kerndoelen naar voren komt, lees je hieronder.
Aandacht voor verbinding
In de kerndoelen staat wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van de basisschool, en onderbouw voortgezet onderwijs. De nieuwe conceptkerndoelen mens en natuur geven ruimte voor echte ervaringen, waarin leerlingen zelf ontdekken en onderzoeken. Ook is er aandacht voor de verbinding tussen de leerling en diens omgeving.
Leren door te ervaren
Kinderen die van jongs af aan ervaring op doen met de natuur, leren deze beter te begrijpen en ermee om te gaan. Veel scholen willen dat leerlingen in hun lessen echte ervaringen opdoen in hun eigen leefomgeving. Leerlingen leren en onderzoeken vanuit verwondering en nieuwsgierigheid. In de nieuwe kerndoelen is hier meer aandacht voor. Door deze manier van leren ontstaat een andere, meer verbonden, relatie met de natuur en alles dat daarin leeft, dan wanneer je vooral leert op afstand – in het klaslokaal.
De wederkerige relatie tussen mens en natuur
Bij alle kerndoelen worden vraagstukken bekeken vanuit verschillende perspectieven. Bijvoorbeeld door vragen als ‘hoe verhouden wij ons tot de natuur?’ en ‘hoe beïnvloedt de natuur ons en wij onze omgeving?’. Deze vragen stimuleren een duurzame grondhouding. Het gaat niet alleen om leren over de natuur, maar ook om actief bezig te zijn met hoe je je verhoudt tot de wereld om je heen en hoe je daarin handelt. Leerlingen kunnen op deze manier kritisch nadenken over hun eigen rol in de wereld en de gevolgen van hun acties.
Help mee met het testen van de conceptkerndoelen
Goed onderwijs begint op school. Daarom zoekt SLO scholen die om de conceptkerndoelen willen beproeven in hun onderwijspraktijk. Met de opgehaalde feedback scherpt SLO de conceptkerndoelen verder aan. Scholen kunnen zich aanmelden door een mail te sturen naar actualisatiebeproeven@slo.nl. Ga voor meer informatie naar www.actualisatiekerndoelen.nl/mensnatuur.
De jaarlijkse Kennisdag van GDO zit er weer op. Ruim 80 medewerkers van NDE-centra uit heel het land kwamen in Utrecht samen om elkaar te ontmoeten, uit te wisselen en hun netwerk te vergroten. Als GDO-bureau spelen we een actieve rol om onze leden samen te brengen. We verbinden centra aan elkaar en bespreken landelijke ontwikkelingen in de lokale context. Hoe zie je de rollen van het GDO-netwerk terug op de Kennisdag? In dit artikel delen we drie dingen die opvielen!
1. GDO is een levendig netwerk waar samenwerking actief wordt opgezocht en kennis, aanpak en producten met elkaar worden gedeeld
De NDE-centra werken allemaal aan een groener, menselijker en toekomstbestendig Nederland. Zij vinden elkaar in hun gedeelde missie en zijn daardoor gemotiveerd elkaar te leren kennen en versterken. Hierdoor ontstaat een niet-competitieve samenwerking waarbij kennisdelen en samen optrekken centraal staat. Dit gebeurde dan ook volop op de Kennisdag. Tijdens informele momenten, zoals lunch en borrel ontmoetten nieuwe en oude gezichten uit de NDE-wereld elkaar en werden tips en contactgegevens driftig uitgewisseld.
Ook in het formele programma stond kennisuitwisseling en kruisbestuiving opzoeken voorop, met workshops onder meer verzorgd door leden uit ons netwerk. Tijdens de workshop over regionale samenwerking werden de knelpunten én successen van regionaal samenwerken besproken. Een inzicht was om je samenwerkingen in kaart te brengen, zodat je in beeld hebt welke verantwoordelijkheden iedereen heeft en welke middelen om dit waar te maken. Ook waren er workshops over burgerschap en NDE, het samen ontwikkelen van leermiddelen en Duurzaamheid en dierenwelzijn op de stads- en kinderboerderijen.
‘’De GDO Kennisdag, maar ook de jaarlijkse GDO2daagse en zaken zoals maandelijkse nieuwsbrieven, helpen enorm om even stil te staan en je bewust te worden van jouw positie ten opzichte van andere centra en binnen je eigen gemeente. Zo leer ik ook over waar collega’s mee bezig zijn, hoe zij werken en doe ik inspiratie op!’’
2. NDE-centra zijn enorm divers en hebben elk hun eigen kracht
Elk centrum heeft een eigen historie, lokale context en thematische focus. Dat zorgt ervoor dat geen elk NDE-centrum hetzelfde is! Dit betekent dat elk centrum zijn eigen kracht heeft. Dat werd ook duidelijk bij de jaarlijkse Innovatie en Impactprijs, die GDO uitreikt aan een project van een NDE-centrum. Onder de kandidaten was een grote verscheidenheid: van energiebesparing tot waterkwaliteit en van vergroening tot biodiversiteit. Meer over de kandidaten en de winnaars lees je hier. GDO kijkt samen met SME om de winnende projecten ook breder te kunnen aanbieden aan andere NDE-centra en zo de impact te vergroten!
Ook was op de dag merkbaar dat elk NDE-centrum een eigen werkwijze heeft. ‘’Maar hoe doen jullie dit dan?’’ was een veelgehoorde vraag. Dat gaat over de relatie met de gemeente en lokale samenwerkingspartners, maar ook welk deel van de samenleving het centrum wil bereiken. Zo bieden sommige centra activiteiten voor en met bewoners, en zijn andere centra gefocust op met name het ondersteunen van scholen. En ook kleine centra met vooral vrijwilligers of een kleinere scope werken aan die duurzame samenleving. Elk centrum, groot en klein, draagt bij aan het netwerk van NDE-centra in Nederland en is daarom van grote waarde.
‘’Ik lees eigenlijk geen nieuwsbrieven, maar die van GDO is de enige die ik elke maand bekijk!’’
3. NDE-centra zijn in beweging en ontwikkelen zich
Bij NDE-centra denken mensen vaak snel aan ‘groene’ thema’s, zoals biodiversiteit en lesmateriaal rondom natuur. Hoewel alle centra daarin sterk zijn, zijn velen zich ook aan het bewegen richting andere thema’s en een andere rol. Op de Kennisdag wisselden centra uit hoe zij in beweging zijn, welke nieuwe thema’s ze oppakken, hoe nieuwe samenwerkingen eruit zien en hoe hun rol verandert.
Dat blijkt ook uit de inzendingen voor de jaarlijkse Innovatie & Impactprijs. De winnaar van 2024 laat zien dat energie een steeds relevanter thema wordt voor NDE-centra. GDO/SME verkent komende tijd met een aantal centra hoe zij meer een rol kunnen spelen in participatie en educatie rondom de energietransitie.
Tijdens de workshop over Duurzame Arnhemse Scholen gingen deelnemers aan de slag met hoe ze met schoolbestuurders in gesprek kunnen gaan. Niet alleen als aanbieder van onderwijs, maar juist ook als partner op strategisch niveau. Meerdere NDE-centra in Nederland zijn hiermee bezig, bijvoorbeeld aan de hand van de Whole School Approach. Hier lees je meer over de leergang die we samen met 15 centra hebben gedaan.
Ben jij een NDE-centrum, maar nog geen lid van GDO? Meld je dan vooral aan, om onderdeel te worden van dit landelijke netwerk van gemeenten en NDE-centra.
Welke kansen kan natuurinclusief onderwijs bieden? En hoe geef je natuurinclusiviteit een plek in het onderwijs?
Jolanda Lütteke van de Haagse Hogeschool ging langs bij 11 scholen – van basisschool tot universiteit. Zij vertellen je meer over natuurinclusief onderwijs op hun school. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe aflevering.
Onderzoek Kenniscentrum
De podcastserie is een onderdeel van het onderzoek dat Kenniscentrum Mission Zero uitvoerde voor het domein onderwijs van Collectief Natuurinclusief, waarvan GDO trekker is. Luister de eerste afleveringen op het kanaal van The Regeneration Lab.
Met hun innovatieve projecten en producten maken de NDE-centra impact op scholen, buurten, wijken en gemeenten. Daarom reiken we jaarlijks de GDO Innovatie & Impactprijs uit tijdens onze Kennisdag! Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek won met Kompas op Groen de juryprijs. En er waren maar liefst twee publieksprijzen voor Toevallig Groen: Zaailingen van de Stad van Utrecht Natuurlijk en De Vogel van de Week van De Klyster uit Noardeast-Fryslân en Dantumadiel. Van harte gefeliciteerd!
Samenwerking en actuele thema’s
Opnieuw dongen acht kandidaten mee naar deze prijs. De jury heeft veel waardering voor alle inzendingen waarbij is samengewerkt met verschillende organisaties in de samenleving en die aansluiten op actuele thema’s rond natuur, water, vergroening, biodiversiteit en energie. De jury werd gevormd door GDO-voorzitter Jacqueline van Dongen (wethouder Zwijndrecht), Theo Leupen (programmamanager Duurzaam Door – RVO) en Katelijne van Spronsen (directeur van De Helderse Vallei, winnaar GDO Innovatieprijs 2023).
Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek: Kompas op Groen
Kompas op Groen is een combinatie met een tentoonstelling, informatie en praktijkverhalen van bewoners en onderwijs om de energietransitie achter de voordeur te krijgen. De expositie is opgezet door de energiecoöperaties in de regio. Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek verzorgt het educatieprogramma, waarin kinderen zien hoe ons energiegebruik is veranderd, hoe energiebesparing werkt met een link naar hun thuissituatie en ze via een aansluitend kunstprogramma nadenken over energievoorziening in de toekomst. De partners werken sinds 202 samen, het project is inmiddels uitgerold in alle zes regiogemeentenen er is belangstelling bij gemeenten buiten Gooi en Vechtstreek om deze aanpak in te zetten.
Bewezen impact
De jury oordeelde: Deze inzending gaat van innovatie naar bewezen impact in de breedte. Er is een jarenlange brede effectieve samenwerking en een slimme manier waarop ouders, kinderen en leerkrachten zelf hun inhoudelijke inbreng kunnen leveren en de energietransitie laagdrempelig dicht bij de thuissituaties wordt gebracht. Kompas op Groen opent deuren. Het is een indrukwekkend resultaat dat van alle kanten geborgd is en er ook nog eens fantastisch uitziet. Omgevingseducatie is een klein centrum en dan dit voor elkaar krijgen. Namens de jury: Petje af!
De winnaars van de publieksprijzen: Utrecht Natuurlijk (Jessica van Essen, l) en De Klyster (Marjolein Staal), met SME-directeur Hak van Nispen en SME’er Machiel van Lieshout. En op de rechterfoto de winnaar van de juryprijs Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek (Maya Heinsbroek), samen met GDO-voorzitter Jacqueline van Dongen (wethouder Zwijndrecht) en Theo Leupen (programmamanager Duurzaam Door – RVO).
NDE-centra zijn niet meer alleen aanbieders van educatie maar nemen steeds vaker ook andere rollen aan. Ze zijn namelijk ook steeds meer nodig als verbinders, begeleiders en ondersteuners en werken nauw samen met lokale partners. Maar welke nieuwe rollen en richtingen zijn er voor NDE-centra? En hoe zien deze ontwikkelingen er concreet uit? Bronnen voor NME ging in gesprek met de Ulebelt in Deventer over het NDE-centrum en welke ontwikkelingen bij hen spelen. Lees het interview met de Ulebelt op de website van Bronnen voor NME.
Over Bronnen voor NME
Op www.bronnen-voor-nme.nl vind je bronnen voor natuur-, milieu- en duurzaamheidseducatie. Voor professionals in de natuur- en duurzaamheidseducatie, leerkrachten, docenten, studenten, vrijwilligers en andere geïnteresseerden. Op de website vind je een kennisbank, met boeken en andere documenten met didactische handreikingen, analyses en onderzoeksverslagen over duurzaamheidseducatie. Van groene schoolpleinen tot participatieprojecten, van energietransitie tot klimaatadaptatie. In de databank Beleid en Advies vind je veel informatie over de ontwikkeling van het (overheids)beleid op het gebied van natuur- en duurzaamheidseducatie. Een aantal keer per jaar brengt Bronnen voor NME een Bronbericht uit. Hierin vind je meer informatie en belangrijke bronnen over een actueel onderwerp rondom natuur- en duurzaamheidseducatie.
Meer dan 2000 leerlingen van diverse scholen in het land verzamelen vanaf 16 september weer Groene Voetstappen. Dit jaar zijn er zelfs twee weken waaraan scholen kunnen meedoen.
De eerste week is van maandag 16 t/m 20 september; deze week valt samen met de Europese Mobiliteitsweek. De tweede week valt samen met de Nationale Klimaatweek: van maandag 11 t/m vrijdag 15 november. GDO is trekker van deze campagne.
Vanuit het hele land hebben we al veel aanmeldingen van basisscholen en NDE-centra mogen ontvangen. In deze Groene Voetstappen Week lopend, steppend of fietsend naar school om op die manier aandacht te besteden aan veilig verkeer, gezondheid en het klimaat.
Scholen kunnen zich nog aanmelden!
De actie werkt als volgt: In de Groene Voetstappen Week komen alle leerlingen lopend, steppend of met de fiets naar school. Hiermee verdienen de leerlingen punten, die op school worden vastgelegd in een digitaal scorebord. Naar wens kunnen de leerkrachten met behulp van les- en werkbladen aandacht besteden aan de onderwerpen verkeer, energie en natuur. Als leerlingen extra duurzame activiteiten uitvoeren, kunnen ze Gouden Voetstappen verdienen. Bovendien bedenken de leerlingen oplossingen voor klimaatproblemen. Aanmelden kan via dit formulier.
Lessen en communicatietoolkit
Voor de werving van basisscholen ontwikkelden we dit jaar met collega’s van diverse NDE-centra een communicatietoolkit met begeleidende brieven voor leerkrachten en ouders, een algemene docentenhandleiding met tips en to do’s voor leerkrachten, lesbrieven en werkbladen inclusief handleiding. Download hier.
Kerndoelen
Groene Voetstappen wordt ondersteund met digitaal lesmateriaal en een extra Gouden Voetstappen-menu. Groene Voetstappen sluit aan bij de kerndoelen binnen ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ van het primair onderwijs: Kerndoel 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. Kerndoel 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Kerndoel 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Contact
Voor meer informatie over de Groene Voetstappen Week kun je contact opnemen met het Groene Voetstappen team: Sandra van Breemen van Omgevingseducatie Gooi, Vecht- en Eemstreek, Catherine Schuurman van de Bastei in Nijmegen en onze programmamanager Duurzaam Onderwijs Arjan Klopstra. Mail het team.
De roep om duurzaam onderwijs wordt groter, maar scholen geven ook aan dat ze ondersteuning nodig hebben om duurzaamheid een structurele plek te geven in het onderwijs. Sinds vorig jaar is er een interdepartementale werkgroep waar verschillende ministeries werken aan planvorming over de Duurzame School. GDO is hier actief bij betrokken. Hoe ziet dit traject eruit en welke rol speelt GDO hier in? Wat doen we als netwerk nog meer om duurzaam onderwijs op een integrale manier te realiseren?
Stappen richting duurzaam onderwijs
De weg naar duurzaam onderwijs in Nederland is niet rechttoe rechtaan, maar met hobbels en zijpaadjes. NDE-centra zijn sinds jaar en dag aanbieder van lesmateriaal aan scholen, gericht op natuur en duurzaamheid. Maar langzaamaan groeide het besef dat dat niet genoeg is om scholen structurele duurzame stappen te laten zetten. Lessen en activiteiten werden vaak gestapeld op het onderwijs, natuur en duurzaamheid komt erbij in plaats van dat ze er onderdeel van uit maakten. De noodzaak van NDE-centra om vanuit hun expertise een grotere rol te pakken richting scholen, groeide. Ook onze partner SME viel dit op. SME deed al in 2018 een oproep aan toenmalig staatssecretaris van I&W om werk te maken van een programmatische aanpak van natuur, milieu en duurzaamheid in het onderwijs.
Deze inzichten worden gesteund door het onderzoek ‘Leren voor duurzame ontwikkeling’ van SME en Leren voor Morgen. Uit dit onderzoek bleek dat scholen zich graag inzetten voor duurzaamheid, maar hier verschillende barrières voor ervaren. Dat is een van de aanleidingen om vanuit verschillende ministeries een interdepartementale werkgroep op te richten.
Interdepartementale werkgroep voor ondersteuning van scholen
Deze werkgroep heet het Kwartiermakerstraject Duurzaamheid in de Onderwijspraktijk. Het is een interdepartementaal initiatief, geleid vanuit de ministeries van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), Binnenlandse Zaken (BZK), Klimaat en Groene Groei (KGG), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Hans Lodders is aangewezen als kwartiermaker en hij werkt toe naar een plan om duurzaamheid structureel in het onderwijs te verankeren. Hiertoe zijn een aantal organisaties betrokken, in zowel het helpen formuleren van het actieplan als bij de uitvoering de komende vijf jaar.
Richting de Tweede Kamer zijn recent drie actielijnen geformuleerd vanuit dit traject: een ondersteuningsstructuur voor duurzaamheid in het onderwijs, een duurzame schoolomgeving en jongerenparticipatie. Ook is er meer zicht gekomen op de verschillende problemen die verankerde duurzaamheid in het onderwijs in de weg zitten. Er zijn verschillende werkgroepen opgestart om dit meer uit te werken.
Lokale ondersteuning van scholen met de Whole School Approach
GDO is als sleutelorganisatie actief in dit proces. We voeren diverse pilots (mede) uit in samenwerking met de NDE-centra in ons netwerk, die de directe contacten hebben met de scholen. In de verschillende gesprekken in dit traject is duidelijk geworden dat we als netwerk meer dan aanbieder willen en kunnen zijn.
Dit sluit naadloos aan bij de ontwikkeling van de centra in het netwerk waar we nu midden inzitten. Elk NDE-centrum heeft eigen kennis en ervaring rondom duurzaam onderwijs. Ze weten welke partners er in de buurt zijn en zitten in het lokale netwerk. Steeds meer NDE-centra fungeren als een soort wegwijzer voor het onderwijs. Of een school nu beginnend is wat betreft duurzaamheid of klaar is voor wat grotere stappen. Ook zijn we steeds vaker gesprekspartner van de school waar het gaat om het integreren van natuur en duurzaamheid in het onderwijs. Deze kennis en ervaring brengen we in in de werkgroep van de Duurzame School en we denken met de andere betrokken partijen na over hoe deze ondersteuning er nog concreter uit zou kunnen zien en wat er nodig is om deze rollen verder op te pakken.
Daarnaast speelt de Whole School Approach een steeds grotere rol in de aanpak die centra kunnen gebruiken om op integraal niveau mee te denken met scholen. Dit raamwerk, bestaande uit zes verschillende bloembladen, laat zien welke domeinen van de school invloed hebben op het leren en de onderlinge samenhang daarvan. De 15 centra die mee hebben gedaan aan het Whole School Approach leertraject brengen de opgedane kennis nu in de praktijk richting scholen. Daarover lees je bijvoorbeeld meer in dit interview met NDE gemeente Breda-Boerderij Wolfslaar en MEC Leiderdorp.
Vervolg van traject
De komende tijd blijft GDO samen met SME actief als sleutelorganisaties in het Duurzame School traject en de verschillende werkgroepen. We kijken ernaar uit om samen met de andere betrokken organisaties bij te dragen aan een structurele aanpak voor Nederland om scholen te ondersteunen in verduurzaming. Ook blijven we onze aanpak met NDE-centra rondom de Whole School approach door ontwikkelen.
Wil je niks missen over deze trajecten? 4 september is de volgende mini-conferentie voor iedereen die actief is betrokken bij het traject van de kwartiermaker. GDO kan je volgen via LinkedIn en de nieuwsbrief om zeker te weten dat je nieuwe ontwikkelingen voorbij ziet komen.
Onze jaarlijkse GDO2daagse vol kennisuitwisseling en ontmoeting is bedoeld voor de leidinggevenden van NDE-centra en ambtenaren met natuur- en duurzaamheidseducatie in hun portefeuille in ons netwerk. Dit keer zijn we op donderdag 12 en vrijdag 13 september te gast bij Kunstwerk! in Zevenaar. We gaan met elkaar aan de slag met het thema: Bruggen slaan tussen cultuur en natuur.
De kracht van Kunstwerk!
De gemeentelijke afdeling NME van Zevenaar is in 2022 ondergebracht bij Kunstwerk! Dit is dé culturele voorziening voor kunst, cultuur en kennis, die actief is op meerdere plekken in de Liemers: Het Musiater, het Liemers Museum, NME, diverse locaties van de bibliotheek en de muziekschool. ‘We dragen bij aan persoonlijke ontwikkeling, bieden een podium voor de regio en zijn de ontmoetingsplek van de Liemers!’
Donderdag 12 september gaan we in gesprek met wethouder Toon Albers en onze voorzitter Jacqueline van Dongen, wethouder van de gemeente Zwijndrecht. Daarna delen we relevante en actuele landelijke ontwikkelingen voor ons werkveld, zoals rond de Duurzame School, de Whole School Approach, Collectief Natuurinclusief, de relatie met OCW en de VNG, en de herziening van de kerndoelen.
In de middag neemt directeur Bert Frölich ons mee in de inbedding van NDE in zijn organisatie en de ontwikkelingen en mogelijkheden binnen een multifunctionele organisatie. Hoe leggen zij verbindingen, wat is geleerd van cultuureducatie en andersom?
Omgeving als klaslokaal
Ook licht hij toe hoe het reserveringssysteem EDSO nu gezamenlijk wordt benut met als motto ‘de omgeving als klaslokaal’. En hij vertelt over Lab12, een techniekaanbod in de eigen bibliotheek waarvoor een Sterk Technisch Onderwijsconvenant is afgesloten. Verder vertelt een combinatiefunctionaris over haar aanpak en uiteraard gaan we hierover met elkaar in gesprek.
Kruisbestuiving op een kasteelboerderij
Aan het eind van de middag wacht een rondleiding over uniek historisch erfgoed in het centrum van Zevenaar: Landgoed Huis Sevenaer. Dit is een gemengd biologisch boerenbedrijf waarin we kruisbestuiving ontdekken met schooltuinieren, stadslandbouw en vrijwilligers.
Hoe kun jij bruggen slaan?
De vrijdag begint met een inspirerende rondleiding door de multifunctionele Turmac Cultuurfabriek met een toelichting op de organisatie en de samenwerkingsvorming. Daarna delen we de laatste ontwikkelingen binnen onze vereniging GDO.
Aansluitend gaan we in een interactieve sessie aan de slag met de vraag hoe je in je eigen organisatie, gemeente of in de regio bruggen kunt slaan: tussen natuur- en duurzaamheidseducatie en het onderwijs, tussen de verschillende educaties en tussen jouw centrum en de collega’s in de regio. Met als doel om het onderwijs beter te ondersteunen en de kracht van ons NDE-werk te versterken. ’s Middags is er een activiteit rond een integrale aanpak en luisteren met het perspectief van de ander.
Uiteraard is er tijdens deze twee dagen ruimte om elkaar te spreken en/of kennis te maken met (nieuwe) collega’s. Met de jaarlijkse GDO2daagse faciliteert GDO samenwerking en kennisdeling in het netwerk.