Agenda

Met de blik vooruit: Werksessie over rolontwikkeling NDE

In een werksessie op twee locaties in het land houden we een werksessie waarin we met elkaar een blik vooruit werpen. We bespreken verschillende rollen van de NDE-centra en verkennen de koers van onze Vereniging GDO voor de komende jaren. Verwacht een actieve werksessie waarin je zelf aan de slag gaat met de rollen voor jouw centrum en de koers van ons netwerk.

Je kunt deelnemen op maandag 2 juni in de middag bij Duurzaamheidscentrum Weizigt in Dordrecht of op woensdag 2 juli in de ochtend bij Stad & Natuur Almere op locatie Almere-Oostvaarders.

Rollen van NDE-centra richting onderwijs

In het eerste deel van de werksessie verkennen we de diverse rollen van NDE-centra richting het onderwijs op basis van het onderzoek van TwynstraGudde. Wat betekent het voor mijn praktijk om een aanbieder, makelaar, aanjager, vliegende keep en gesprekspartner te zijn? Welke rol ambieer je als centrum en waar bevind je je nu? Als je ook andere rollen wil spelen, wat betekent dat voor jou en de partnerorganisaties? Je maakt kennis met de manier van werken van het Leertraject NDE-centra als partner voor duurzaam onderwijs en we vertellen meer over het programma van het leertraject dat na de zomer van start zal gaan.

Ambities en samenwerking binnen Vereniging GDO

Daarna gaan we in gesprek over onze Vereniging GDO. In 2024 hebben GDO, vSKBN en SME de krachten gebundeld en wordt intensief samengewerkt. De samenwerking tussen GDO en SME verloopt via de lijnen van het koersplan 2024-2025 dat is opgesteld met inbreng van centra uit ons netwerk. We gaan met de NDE-centra verder in gesprek over de ambities van de vereniging: waar werken we naartoe richting 2030? Ook spreken we over hoe we ons netwerk organiseren, waar de behoeften liggen en hoe we de samenwerking met SME en vSKBN verder kunnen invullen. Meer informatie? Mail ons.

Een mooie inhoud dus, waarbij we vormgeven aan de toekomst van ons werk als partner van het onderwijs en aan de ambities en doelstellingen van onze vereniging.

NME Benelux Conferentie: Klimaateducatie essentieel om mensen voor te bereiden op uitdagingen van morgen

Met experts, beleidsmakers en onderwijzers kwamen we eind maart samen in Luxemburg voor de NME Benelux Conferentie om inspiratie op te doen over klimaateducatie.

De opening werd verzorgt door de Luxemburgse minister Serge Wilmes van Milieu, Klimaat en Biodiversiteit, minister Claude Meisch van Onderwijs, Kinderen en Jeugd en Jean-Claude Meyer, adjunct-secretaris-generaal van de Benelux. Hun boodschap was duidelijk: klimaateducatie is essentieel om jongeren en burgers voor te bereiden op de uitdagingen van morgen.

Update klimaatverandering

De eerste dag stond in het teken van kennis en inzichten. We kregen een update over de stand van zaken rondom klimaatverandering, met een wetenschappelijke duiding van het laatste IPCC-rapport en de doelstellingen op mondiaal, regionaal en lokaal niveau. Vervolgens werd ingegaan op de maatschappelijke reacties: welke kennis en vaardigheden zijn nodig om tot actie over te gaan?

Klimaatangst

Ook het thema klimaatangst kwam aan bod, waarbij vanuit verschillende perspectieven werd gekeken naar manieren om mentaal veerkrachtig te blijven. Van eco-anxiety naar eco-agency. Een van de hoogtepunten was de reeks van 14 inspirerende best practices uit de Benelux, die lieten zien hoeveel er al gebeurt op het gebied van klimaateducatie – een bron van hoop en motivatie!

De tweede dag draaide om praktijk en toepassing. De Climate Youth Delegates uit Luxemburg, Belgie en Nederland deelden hun ervaringen en inzichten uit het afgelopen jaar, waarin zij de stem van jongeren de Benelux vertegenwoordigden. Dit bood een waardevolle basis voor verdere gesprekken over de plek van klimaateducatie binnen het curriculum en de Whole School Approach.

Actiegerichtheid in het onderwijs

Collega’s van de Universiteit Utrecht werken aan het Impact-onderzoek, waar actiegerichtheid in het onderwijs een theoretische basis krijgt. Samen met de onderzoekers spraken we over assessment, competenties en kennis.

Het seminar liet zien hoe belangrijk samenwerking is in het vormgeven van toekomstgericht onderwijs. Met nieuwe inzichten en ideeën gaan we aan de slag om klimaateducatie in Nederland verder te versterken!

Foto MECB/Studion Photography

Nieuw leertraject: NDE-centrum als partner voor integraal duurzaam onderwijs

De bereidheid van scholen in het basis- en voortgezet onderwijs om met duurzaamheid aan de slag te gaan is groot. Tegelijkertijd zijn veel scholen zoekende hoe ze vorm kunnen geven aan (integraal) duurzaam onderwijs. Zetten ze in op het vergroenen van het schoolplein, op lessen over de circulaire economie of bieden ze een project aan over schoon water? Daarnaast zijn er scholen die al op verschillende manieren werken aan duurzaamheid, maar zoeken hoe ze duurzaamheid integraal kunnen opnemen in het curriculum. De NDE-sector ondersteunt het onderwijs in het vormgeven van duurzaam onderwijs, de veranderende vraag van scholen vraagt ook om een andere rol van de NDE-centra. Een rol waarbij natuur en duurzaamheid een integraal onderdeel is van het onderwijs.

Vernieuwd leertraject

In het leertraject ‘NDE-centrum als partner voor integraal duurzaam onderwijs’ onderzoeken de deelnemers de rol van hun centrum en de kansen voor rolontwikkeling. Daarbij gebruiken we de inhoudelijke kaders van de onderwijsprincipes van Gert Biesta, de uitgangspunten van Duurzame basisvorming, de SDG’s en de Whole School Approach. We gaan daarbij praktisch aan het werk: hoe maak je binnen je organisatie en opdracht ruimte voor deze rolontwikkeling, hoe ga je in gesprek met scholen en welke positionering past bij jouw rol?

Dit leertraject is een vervolg op het eerdere WSA leertraject. Naast kennis over de WSA focussen we in dit traject nog meer op de verschillende rollen die we als NDE-sector spelen richting het onderwijs. Lees verder

Week van het Duurzaam Onderwijs

Jaarlijks houden we een Week van het Duurzaam Onderwijs. Van 17 tot en met 21 maart zijn er online bijeenkomsten waarin de NDE-centra worden bijgepraat over een actueel onderwerp en ontwikkelingen en lesmateriaal worden gedeeld. Op vrijdag zijn veel NDE-centra uit ons netwerk aanwezig op de NatuurWetenschapenTechniek conferentie Buiten de lijntjes in Zeist.

Dit jaar gaan we met de gastsprekers in op duurzame basisvorming en doorlopende leerlijnen, het programma Techkwadraat, de ontwikkeling van onze sector tot partner van het onderwijs, samenwerken rond lesmaterialen en op de aankondiging van leerkringen rond energie, groenparticipatie en burgerschap.

Schooltuinieren met impact: de Modelinterventie Schooltuinieren

Steeds meer scholen hebben een eigen schooltuin of schooltuinieren bij een schooltuincomplex. De manier waarop verschilt. Maar met welke aanpak vergroot je de kans op positieve veranderingen in voedingsgewoonten en natuureducatie? Vereniging GDO, Wageningen University & Research, Adviesbureau Beleef en Weet en Jong Leren Eten hebben samen onderzoek gedaan om tot een Modelinterventie te komen.

Hoe richt je een effectief schooltuinprogramma in?

De Modelinterventie Schooltuinieren biedt een wetenschappelijk onderbouwde aanpak voor schooltuinprogramma’s die bestaat uit 15 kernelementen. Deze aanpak is door het RIVM erkend als goed onderbouwd. Met deze erkenning bieden we handvatten voor het inrichten van schooltuinprogramma’s met impact. Lees verder

In Memoriam Ruud Maarschall, voorvechter NDE

Op 14 februari jl is Ruud Maarschall overleden. Met zijn overlijden op 77-jarige leeftijd verliezen wij een bioloog, milieukundige en voorvechter voor natuur- en duurzaamheidseducatie in hart en nieren.

Vanaf de jaren tachtig was Ruud 3 decennia binnen IVN actief; eerst als provinciaal consulent/ directeur van het IVN Consulentschap Noord-Holland en daarna als manager voor IVN Internationaal, om Environmental Education / Education for Sustainable Development (ESD) op de kaart te zetten. Dat wij veel van andere landen konden leren en zij wat van ons werd niet door iedereen in Nederland actief omarmd. Tot op de dag van vandaag zien we zijn werk terug in de internationale samenwerking in de VN en de Benelux.

Ook nationaal heeft hij als directeur van het centrum voor Natuur- en Duurzaamheidseducatie in Haarlemmermeer (NMCH – nu NMCX voor de regio) laten zien dat het anders kan. Hij was de eerste in het land die de samenwerking met bedrijven en organisaties actief opzocht. Hij vond dat publieke en private financiering heel goed samen kunnen bijdragen aan natuur- en duurzaamheidseducatie. En dat was niet alleen beperkt tot groen. Ook het thema energie introduceerde hij bij het NDE centrum en Ruud had aandacht voor meer maar ook tot de complexe milieuvraagstukken.

En die kennis deelde hij met anderen bijvoorbeeld de centra in Noord-Holland en als lid van de raad van Toezicht van Helderse Vallei. Wat ik altijd een prachtig voorbeeld heb gevonden is de samenwerking met Schiphol, de innovatieve boeren en de Rabobank: je kan ganzen bestrijden, maar je kan ook ander gras (myscanthus gras) verbouwen, zodat de ganzen daar niet meer willen zijn. Zo gingen veiligheid en biodiversiteit hand in hand.

Zijn enorme kennis en ervaring heeft hij, na zijn pensioen, vanuit de waterschapspartij Water Natuurlijk ingezet voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, met zelfs nog 5 jaar als Hoogheemraad in de executive board. Ook vanuit die rol werkte hij samen met de Vereniging GDO om lokale NDE-centra te positioneren als partner in het betrekken van bewoners bij klimaatadaptatie.

Ruud was in zijn manier van werken zijn tijd ver vooruit: internationaal; publiek&privaat; natuur, milieu&duurzaamheid. Hij is een voorbeeld voor velen van ons en dat blijft hij. Uit de ongeveer 30 jaar dat wij elkaar in het werk ontmoetten zal ik altijd zijn ‘warme bescheidenheid’ blijven herinneren. Niet op de  voorgrond treden, maar echt geïnteresseerd zijn in de ander. En dan volgde de inhoud vanzelf. Ruud je was een heel fijn mens, dank dat wij je mochten kennen en van je mochten leren.

Hak van Nispen,
directeur SME/ Vereniging GDO

Samen werken aan natuur- en duurzaamheidseducatie in het onderwijs

Dit jaar gaan we met Utrecht Natuurlijk en Natuurcentrum Arnhem aan de slag om samen met het onderwijs lokale natuur- en duurzaamheidseducatie (NDE) te versterken. In 2025 onderzoeken we hoe een speciaal aangestelde (combinatie)functionaris bij Utrecht Natuurlijk en Natuurcentrum Arnhem scholen kan ondersteunen bij het integreren van duurzaamheid in het onderwijs. We maken de ervaringen die deze centra opdoen inzichtelijk voor ons NDE-netwerk.

NDE-centra als strategische partners voor scholen

Steeds meer onderwijsinstellingen zoeken naar manieren om natuur en duurzaamheid een integrale plek te geven in hun onderwijs. De lokale NDE-organisaties kunnen daarvoor belangrijke inhoudelijke en organisatorische partners zijn – naast de rol die ze al vervullen als aanbieder van educatie. Dit jaar onderzoeken we samen met Natuurcentrum Arnhem en Utrecht Natuurlijk hoe we deze rol als partner kunnen ontwikkelen en inzetten. En hoe we de samenwerking met het onderwijs kunnen versterken.

Hoe werken we effectief samen met het onderwijs?

Natuurcentrum Arnhem heeft in de afgelopen jaren met het programma DAS (Duurzame Arnhemse Scholen) al veel ervaring opgedaan met de rol van strategisch partner. Natuurcentrum Arnhem ontwikkelt deze rol tijdens dit leertraject verder door. Utrecht Natuurlijk start deze rol in 2025 op en stelt hier een functionaris voor aan. GDO is, als vereniging van 140 lokale NDE-centra in Nederland, nauw betrokken als partner in dit traject. We halen de verhalen en leerervaringen van Natuurcentrum Arnhem en Utrecht Natuurlijk op en delen deze met het netwerk. Zo krijgen ook de andere NDE-centra inzicht in wat werkt en wat niet. Samen leren we hoe we effectief samenwerken met scholen om duurzaamheid te verweven in het onderwijs.

Wat is een combinatiefunctie?

De combinatiefunctie NDE is afgeleid van de brede regeling combinatiefuncties. Dit is een subsidieregeling die al bestaat voor de sectoren Kunst & Cultuur en Sport & Bewegen. Gemeenten stellen vanuit deze regeling een combinatiefunctionaris aan, die samenwerkt met scholen om sport- en/of cultuurparticipatie te bevorderen. De functionaris wordt gefinancierd door gemeenten en de Rijksoverheid. Met deze regeling is het stimuleren van sport- en cultuurdeelname binnen de gemeenten verankerd en opgeschaald, zijn deze sectoren lokaal versterkt, is het primair onderwijs structureel betrokken en worden doelgroepen bereikt die eerder niet deelnamen. Dit biedt ook kansen voor lokale natuur- en duurzaamheidseducatie! Daarom kijken we in dit traject ook hoe we kunnen aansluiten bij de bestaande regeling en wat de opbrengst daarvan is. Om zo de inzet van deze nieuwe rol ook structureel mogelijk te maken binnen de natuur- en duurzaamheidseducatie.

Blijf op de hoogte

Tijdens het leertraject delen we de verhalen en ervaringen van Utrecht Natuurlijk en Natuurcentrum Arnhem, en betrekken we het netwerk van NDE-centra nauw bij deze ontwikkelingen. Wil je op de hoogte blijven van wat er gebeurt in en rond dit traject? We delen dit regelmatig via onze nieuwsbrief. Als je deze nog niet ontvangt, meld je dan aan via onze website

Voor dit project ontvangen we steun vanuit het programma DuurzaamDoor (RVO). In een eerder artikel in PubliekDenken spraken we over de rol van NDE-centra richting het onderwijs.

Op de afbeelding bij dit artikel: Jacqueline van Maanen in gesprek met wethouder Nermina Kundić. (Fotografie Susanne Reuling)

Krachtenbundeling GDO en vSKBN: fijnmazig netwerk met landelijke dekking

Vereniging GDO en vSKBN hebben de krachten gebundeld. Door de koppeling van 260 stads- en kinderboerderijen (vSKBN) en 140 centra voor natuur- en duurzaamheidseducatie (GDO) ontstaat een heel fijnmazig netwerk met een grote landelijke dekking. Daarmee bereiken we de meeste inwoners van Nederland.

,,Hiermee zetten we als verenigingen een grote stap om een krachtige impuls te geven aan het versterken van de relatie van mensen met natuur, dieren en duurzaamheid”, aldus voorzitter Jacqueline van Dongen.

De krachtenbundeling betekent in de praktijk dat er twee besturen zijn, die door dezelfde personen worden bemenst. De ondersteuningsorganisatie, met coördinatie, financiële administratie en communicatie, is ondergebracht bij GDO-partner SME.

Unieke kennis

Binnen de drie organisaties is unieke kennis beschikbaar die over en weer kan worden gedeeld, zoals over educatie, (publieks)communicatie, participatie, dierenwelzijn en duurzaamheid. En kennis over lokale situaties, over inspireren van netwerken of de omgang met vrijwilligers en studenten. Het benutten van deze kennis in gezamenlijke projecten biedt alle leden meer kansen en mogelijkheden. Veel GDO-leden hebben of werken vanuit een of meerdere stads- en kinderboerderijen.

Door de communicatie van de drie organisaties aan elkaar te koppelen en naar elkaar te verwijzen, bereiken we bovendien een groter publiek. Daarmee zijn beide verenigingen en vooral het werk van onze leden beter zichtbaar.

Maatschappelijke baten

Het bundelen van samenwerkingspartners van de drie organisaties leidt tot kortere lijnen en dit biedt ook naar de toekomst toe vele kansen. Gezamenlijk kunnen we de maatschappelijke baten van de stads- en kinderboerderijen en natuur- en duurzaamheidscentra nog beter onder de aandacht brengen bij lokale en landelijke politieke en maatschappelijke organisaties.

Bestuur

De bestuurders zijn Jacqueline van Dongen, voorzitter en wethouder van Zwijndrecht, Paul Duijsings (penningmeester), Arjanne Lagendijk (adviseur), Liesbeth Bronkhorst (directeur-bestuurder Stad & Natuur Almere), Katelijne van Spronsen (directeur De Helderse Vallei), Sytske Romijn (NES Amstelveen), Avinash Krishnasing en Arnold Steenhuis. Beide ALV’s hebben in november 2024 unaniem ingestemd met deze besturenfusie.

Meer weten? Neem contact met ons op.

Klein groen heeft groot nut

Groen in de stad heeft veel voordelen. Het zorgt namelijk voor een grotere biodiversiteit en verkoeling tijdens hete zomerperiodes. Ook zorgt groen in de stad voor minder wateroverlast omdat het water beter de bodem in kan zakken. Gemeenten maken steeds meer ruimte voor groen in hun ruimtelijke plannen, en ook in de bestaande buitenruimtes zoals (winkel)straten en bermen wordt meer groen geplant en gezaaid.

Naast grotere groene plekken in de buitenruimte, zien we ook steeds vaker kleine stukjes groen in de stad; in geveltuintjes, rond boomspiegels en balkons. Zo’n klein stuk groen is meestal groot genoeg voor een aantal vaste planten, bloemen, kruiden en soms zelfs voor een kleine boom. En wat blijkt? Die kleine stukken groen hebben groot nut, zo blijkt uit onderzoek.

154 soorten insecten in 100 vierkante meter

Onderzoeker Joeri Morpurgo (Universiteit Leiden) onderzocht welke insecten leefden in 65 geveltuinen in Amsterdam en Den Haag. Uit zijn onderzoek bleek dat de piepkleine stukken groen verrassend groot nut hebben. In zo’n 100 vierkante meter geveltuin vond Joeri namelijk 235 plantensoorten en 154 soorten insecten. “Het gaat om een gigantische hoeveelheid soorten, zelfs meer dan normaal gesproken in natuurlijk gebied voorkomt”, zegt de onderzoeker.

Kleine stukken groen verbinden een netwerk van natuur

Deze kleine stukken groen bieden dus een leefomgeving voor verschillende dieren en insecten, zoals bijen, vlinders en vogels. Via de geveltuinen kunnen insecten in de stad zich als het ware van ‘eiland naar eiland’ verplaatsen. Op deze manieren verbinden geveltuinen en andere kleine stukken groen het leven op aarde met elkaar, zodat insecten meer overlevingskans en aanpassingsvermogen hebben.

Insecten zijn onmisbaar voor de bestuiving van planten

Voor 75% van alle voedselgewassen die we verbouwen is bestuiving nodig. Omdat veel weilanden geen bloemen hebben en akkers worden omgeploegd, kunnen insecten er niet meer in leven. Dat heeft gevolgen voor de landbouw, omdat er geen bestuiving meer plaatsvindt. Het kleine groen zorgt volgens Joeri Morpurgo voor een extra genetische reserve aan insecten in de stad, voor als het misgaat met de insectenpopulatie in de landbouw.

Huurders op Groen gaat voor vergroening bij sociale huurwoningen

De resultaten van het onderzoek laten zien dat je al op kleine schaal een groot verschil kan maken. Toch is de helft van de Nederlandse tuinen betegeld, met name in wijken met veel sociale huurwoningen. Bij veel mensen ontbreekt het aan middelen voor of kennis over het vergroenen van de tuin. Tijdens de pilot van het project Huurders op Groen ondersteunen we samen met Groene Huisvesters, de Woonbond, en partner SME drie lokale projectteams bij groenparticipatie met huurders. Het projectteam gaat aan de slag met het vergroenen van de voor- en achtertuinen, gevels of balkons van een straat of wijk hun gemeente.

Huurders op Groen is een kickstarterprogramma voor lokale NDE-centra, woningcorporaties, gemeenten en bewoners. Het biedt hen gedurende een jaar begeleiding en kennis bij het opbouwen van een duurzaam lokaal groen-netwerk en groenparticipatie. De pilot van dit project loopt tot en met juni 2025. Kijk voor meer informatie op www.huurdersopgroen.nl.

Conceptkerndoelen mens en natuur geven ruimte voor echte ervaringen

SLO publiceerde deze maand de nieuwe conceptkerndoelen van 5 leergebieden, waaronder mens en natuur. De huidige kerndoelen stammen uit 2006. Na een jaar van ontwikkelen en reflecteren heeft een team van leraren, vakexperts en curriculumexperts de kerndoelen geactualiseerd. GDO zat in de advieskring voor de actualisatie. Samen met onze leden ondersteunden we het kernteam door te reflecteren op tussenproducten en concrete feedback te geven.

De ontwikkeling is een mooie stap naar onderwijs dat niet alleen draait om kennis, maar ook om het begrijpen van de relatie tussen de mens en diens omgeving. Kerndoelen geven namelijk aan wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren om nu – en later – actief mee te kunnen doen in de samenleving. Hoe dat precies in de kerndoelen naar voren komt, lees je hieronder.

Aandacht voor verbinding

In de kerndoelen staat wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van de basisschool, en onderbouw voortgezet onderwijs. De nieuwe conceptkerndoelen mens en natuur geven ruimte voor echte ervaringen, waarin leerlingen zelf ontdekken en onderzoeken. Ook is er aandacht voor de verbinding tussen de leerling en diens omgeving.

Leren door te ervaren

Kinderen die van jongs af aan ervaring op doen met de natuur, leren deze beter te begrijpen en ermee om te gaan. Veel scholen willen dat leerlingen in hun lessen echte ervaringen opdoen in hun eigen leefomgeving. Leerlingen leren en onderzoeken vanuit verwondering en nieuwsgierigheid. In de nieuwe kerndoelen is hier meer aandacht voor. Door deze manier van leren ontstaat een andere, meer verbonden, relatie met de natuur en alles dat daarin leeft, dan wanneer je vooral leert op afstand – in het klaslokaal.

De wederkerige relatie tussen mens en natuur

Bij alle kerndoelen worden vraagstukken bekeken vanuit verschillende perspectieven. Bijvoorbeeld door vragen als ‘hoe verhouden wij ons tot de natuur?’ en ‘hoe beïnvloedt de natuur ons en wij onze omgeving?’. Deze vragen stimuleren een duurzame grondhouding. Het gaat niet alleen om leren over de natuur, maar ook om actief bezig te zijn met hoe je je verhoudt tot de wereld om je heen en hoe je daarin handelt. Leerlingen kunnen op deze manier kritisch nadenken over hun eigen rol in de wereld en de gevolgen van hun acties.

Help mee met het testen van de conceptkerndoelen

Goed onderwijs begint op school. Daarom zoekt SLO scholen die om de conceptkerndoelen willen beproeven in hun onderwijspraktijk. Met de opgehaalde feedback scherpt SLO de conceptkerndoelen verder aan. Scholen kunnen zich aanmelden door een mail te sturen naar actualisatiebeproeven@slo.nl. Ga voor meer informatie naar www.actualisatiekerndoelen.nl/mensnatuur.

Website gerealiseerd door Daily Creative Agency