Welke kansen kan natuurinclusief onderwijs bieden? En hoe geef je natuurinclusiviteit een plek in het onderwijs?
Jolanda Lütteke van de Haagse Hogeschool ging langs bij 11 scholen – van basisschool tot universiteit. Zij vertellen je meer over natuurinclusief onderwijs op hun school. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe aflevering.
Onderzoek Kenniscentrum
De podcastserie is een onderdeel van het onderzoek dat Kenniscentrum Mission Zero uitvoerde voor het domein onderwijs van Collectief Natuurinclusief, waarvan GDO trekker is. Luister de eerste afleveringen op het kanaal van The Regeneration Lab.
Met hun innovatieve projecten en producten maken de NDE-centra impact op scholen, buurten, wijken en gemeenten. Daarom reiken we jaarlijks de GDO Innovatie & Impactprijs uit tijdens onze Kennisdag! Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek won met Kompas op Groen de juryprijs. En er waren maar liefst twee publieksprijzen voor Toevallig Groen: Zaailingen van de Stad van Utrecht Natuurlijk en De Vogel van de Week van De Klyster uit Noardeast-Fryslân en Dantumadiel. Van harte gefeliciteerd!
Samenwerking en actuele thema’s
Opnieuw dongen acht kandidaten mee naar deze prijs. De jury heeft veel waardering voor alle inzendingen waarbij is samengewerkt met verschillende organisaties in de samenleving en die aansluiten op actuele thema’s rond natuur, water, vergroening, biodiversiteit en energie. De jury werd gevormd door GDO-voorzitter Jacqueline van Dongen (wethouder Zwijndrecht), Theo Leupen (programmamanager Duurzaam Door – RVO) en Katelijne van Spronsen (directeur van De Helderse Vallei, winnaar GDO Innovatieprijs 2023).
Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek: Kompas op Groen
Kompas op Groen is een combinatie met een tentoonstelling, informatie en praktijkverhalen van bewoners en onderwijs om de energietransitie achter de voordeur te krijgen. De expositie is opgezet door de energiecoöperaties in de regio. Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek verzorgt het educatieprogramma, waarin kinderen zien hoe ons energiegebruik is veranderd, hoe energiebesparing werkt met een link naar hun thuissituatie en ze via een aansluitend kunstprogramma nadenken over energievoorziening in de toekomst. De partners werken sinds 202 samen, het project is inmiddels uitgerold in alle zes regiogemeentenen er is belangstelling bij gemeenten buiten Gooi en Vechtstreek om deze aanpak in te zetten.
Bewezen impact
De jury oordeelde: Deze inzending gaat van innovatie naar bewezen impact in de breedte. Er is een jarenlange brede effectieve samenwerking en een slimme manier waarop ouders, kinderen en leerkrachten zelf hun inhoudelijke inbreng kunnen leveren en de energietransitie laagdrempelig dicht bij de thuissituaties wordt gebracht. Kompas op Groen opent deuren. Het is een indrukwekkend resultaat dat van alle kanten geborgd is en er ook nog eens fantastisch uitziet. Omgevingseducatie is een klein centrum en dan dit voor elkaar krijgen. Namens de jury: Petje af!
De winnaars van de publieksprijzen: Utrecht Natuurlijk (Jessica van Essen, l) en De Klyster (Marjolein Staal), met SME-directeur Hak van Nispen en SME’er Machiel van Lieshout. En op de rechterfoto de winnaar van de juryprijs Omgevingseducatie Gooi en Vechtstreek (Maya Heinsbroek), samen met GDO-voorzitter Jacqueline van Dongen (wethouder Zwijndrecht) en Theo Leupen (programmamanager Duurzaam Door – RVO).
NDE-centra zijn niet meer alleen aanbieders van educatie maar nemen steeds vaker ook andere rollen aan. Ze zijn namelijk ook steeds meer nodig als verbinders, begeleiders en ondersteuners en werken nauw samen met lokale partners. Maar welke nieuwe rollen en richtingen zijn er voor NDE-centra? En hoe zien deze ontwikkelingen er concreet uit? Bronnen voor NME ging in gesprek met de Ulebelt in Deventer over het NDE-centrum en welke ontwikkelingen bij hen spelen. Lees het interview met de Ulebelt op de website van Bronnen voor NME.
Over Bronnen voor NME
Op www.bronnen-voor-nme.nl vind je bronnen voor natuur-, milieu- en duurzaamheidseducatie. Voor professionals in de natuur- en duurzaamheidseducatie, leerkrachten, docenten, studenten, vrijwilligers en andere geïnteresseerden. Op de website vind je een kennisbank, met boeken en andere documenten met didactische handreikingen, analyses en onderzoeksverslagen over duurzaamheidseducatie. Van groene schoolpleinen tot participatieprojecten, van energietransitie tot klimaatadaptatie. In de databank Beleid en Advies vind je veel informatie over de ontwikkeling van het (overheids)beleid op het gebied van natuur- en duurzaamheidseducatie. Een aantal keer per jaar brengt Bronnen voor NME een Bronbericht uit. Hierin vind je meer informatie en belangrijke bronnen over een actueel onderwerp rondom natuur- en duurzaamheidseducatie.
Meer dan 2000 leerlingen van diverse scholen in het land verzamelen vanaf 16 september weer Groene Voetstappen. Dit jaar zijn er zelfs twee weken waaraan scholen kunnen meedoen.
De eerste week is van maandag 16 t/m 20 september; deze week valt samen met de Europese Mobiliteitsweek. De tweede week valt samen met de Nationale Klimaatweek: van maandag 11 t/m vrijdag 15 november. GDO is trekker van deze campagne.
Vanuit het hele land hebben we al veel aanmeldingen van basisscholen en NDE-centra mogen ontvangen. In deze Groene Voetstappen Week lopend, steppend of fietsend naar school om op die manier aandacht te besteden aan veilig verkeer, gezondheid en het klimaat.
Scholen kunnen zich nog aanmelden!
De actie werkt als volgt: In de Groene Voetstappen Week komen alle leerlingen lopend, steppend of met de fiets naar school. Hiermee verdienen de leerlingen punten, die op school worden vastgelegd in een digitaal scorebord. Naar wens kunnen de leerkrachten met behulp van les- en werkbladen aandacht besteden aan de onderwerpen verkeer, energie en natuur. Als leerlingen extra duurzame activiteiten uitvoeren, kunnen ze Gouden Voetstappen verdienen. Bovendien bedenken de leerlingen oplossingen voor klimaatproblemen. Aanmelden kan via dit formulier.
Lessen en communicatietoolkit
Voor de werving van basisscholen ontwikkelden we dit jaar met collega’s van diverse NDE-centra een communicatietoolkit met begeleidende brieven voor leerkrachten en ouders, een algemene docentenhandleiding met tips en to do’s voor leerkrachten, lesbrieven en werkbladen inclusief handleiding. Download hier.
Kerndoelen
Groene Voetstappen wordt ondersteund met digitaal lesmateriaal en een extra Gouden Voetstappen-menu. Groene Voetstappen sluit aan bij de kerndoelen binnen ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ van het primair onderwijs: Kerndoel 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. Kerndoel 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Kerndoel 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Contact
Voor meer informatie over de Groene Voetstappen Week kun je contact opnemen met het Groene Voetstappen team: Sandra van Breemen van Omgevingseducatie Gooi, Vecht- en Eemstreek, Catherine Schuurman van de Bastei in Nijmegen en onze programmamanager Duurzaam Onderwijs Arjan Klopstra. Mail het team.
De roep om duurzaam onderwijs wordt groter, maar scholen geven ook aan dat ze ondersteuning nodig hebben om duurzaamheid een structurele plek te geven in het onderwijs. Sinds vorig jaar is er een interdepartementale werkgroep waar verschillende ministeries werken aan planvorming over de Duurzame School. GDO is hier actief bij betrokken. Hoe ziet dit traject eruit en welke rol speelt GDO hier in? Wat doen we als netwerk nog meer om duurzaam onderwijs op een integrale manier te realiseren?
Stappen richting duurzaam onderwijs
De weg naar duurzaam onderwijs in Nederland is niet rechttoe rechtaan, maar met hobbels en zijpaadjes. NDE-centra zijn sinds jaar en dag aanbieder van lesmateriaal aan scholen, gericht op natuur en duurzaamheid. Maar langzaamaan groeide het besef dat dat niet genoeg is om scholen structurele duurzame stappen te laten zetten. Lessen en activiteiten werden vaak gestapeld op het onderwijs, natuur en duurzaamheid komt erbij in plaats van dat ze er onderdeel van uit maakten. De noodzaak van NDE-centra om vanuit hun expertise een grotere rol te pakken richting scholen, groeide. Ook onze partner SME viel dit op. SME deed al in 2018 een oproep aan toenmalig staatssecretaris van I&W om werk te maken van een programmatische aanpak van natuur, milieu en duurzaamheid in het onderwijs.
Deze inzichten worden gesteund door het onderzoek ‘Leren voor duurzame ontwikkeling’ van SME en Leren voor Morgen. Uit dit onderzoek bleek dat scholen zich graag inzetten voor duurzaamheid, maar hier verschillende barrières voor ervaren. Dat is een van de aanleidingen om vanuit verschillende ministeries een interdepartementale werkgroep op te richten.
Interdepartementale werkgroep voor ondersteuning van scholen
Deze werkgroep heet het Kwartiermakerstraject Duurzaamheid in de Onderwijspraktijk. Het is een interdepartementaal initiatief, geleid vanuit de ministeries van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), Binnenlandse Zaken (BZK), Klimaat en Groene Groei (KGG), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Hans Lodders is aangewezen als kwartiermaker en hij werkt toe naar een plan om duurzaamheid structureel in het onderwijs te verankeren. Hiertoe zijn een aantal organisaties betrokken, in zowel het helpen formuleren van het actieplan als bij de uitvoering de komende vijf jaar.
Richting de Tweede Kamer zijn recent drie actielijnen geformuleerd vanuit dit traject: een ondersteuningsstructuur voor duurzaamheid in het onderwijs, een duurzame schoolomgeving en jongerenparticipatie. Ook is er meer zicht gekomen op de verschillende problemen die verankerde duurzaamheid in het onderwijs in de weg zitten. Er zijn verschillende werkgroepen opgestart om dit meer uit te werken.
Lokale ondersteuning van scholen met de Whole School Approach
GDO is als sleutelorganisatie actief in dit proces. We voeren diverse pilots (mede) uit in samenwerking met de NDE-centra in ons netwerk, die de directe contacten hebben met de scholen. In de verschillende gesprekken in dit traject is duidelijk geworden dat we als netwerk meer dan aanbieder willen en kunnen zijn.
Dit sluit naadloos aan bij de ontwikkeling van de centra in het netwerk waar we nu midden inzitten. Elk NDE-centrum heeft eigen kennis en ervaring rondom duurzaam onderwijs. Ze weten welke partners er in de buurt zijn en zitten in het lokale netwerk. Steeds meer NDE-centra fungeren als een soort wegwijzer voor het onderwijs. Of een school nu beginnend is wat betreft duurzaamheid of klaar is voor wat grotere stappen. Ook zijn we steeds vaker gesprekspartner van de school waar het gaat om het integreren van natuur en duurzaamheid in het onderwijs. Deze kennis en ervaring brengen we in in de werkgroep van de Duurzame School en we denken met de andere betrokken partijen na over hoe deze ondersteuning er nog concreter uit zou kunnen zien en wat er nodig is om deze rollen verder op te pakken.
Daarnaast speelt de Whole School Approach een steeds grotere rol in de aanpak die centra kunnen gebruiken om op integraal niveau mee te denken met scholen. Dit raamwerk, bestaande uit zes verschillende bloembladen, laat zien welke domeinen van de school invloed hebben op het leren en de onderlinge samenhang daarvan. De 15 centra die mee hebben gedaan aan het Whole School Approach leertraject brengen de opgedane kennis nu in de praktijk richting scholen. Daarover lees je bijvoorbeeld meer in dit interview met NDE gemeente Breda-Boerderij Wolfslaar en MEC Leiderdorp.
Vervolg van traject
De komende tijd blijft GDO samen met SME actief als sleutelorganisaties in het Duurzame School traject en de verschillende werkgroepen. We kijken ernaar uit om samen met de andere betrokken organisaties bij te dragen aan een structurele aanpak voor Nederland om scholen te ondersteunen in verduurzaming. Ook blijven we onze aanpak met NDE-centra rondom de Whole School approach door ontwikkelen.
Wil je niks missen over deze trajecten? 4 september is de volgende mini-conferentie voor iedereen die actief is betrokken bij het traject van de kwartiermaker. GDO kan je volgen via LinkedIn en de nieuwsbrief om zeker te weten dat je nieuwe ontwikkelingen voorbij ziet komen.
Onze jaarlijkse GDO2daagse vol kennisuitwisseling en ontmoeting is bedoeld voor de leidinggevenden van NDE-centra en ambtenaren met natuur- en duurzaamheidseducatie in hun portefeuille in ons netwerk. Dit keer zijn we op donderdag 12 en vrijdag 13 september te gast bij Kunstwerk! in Zevenaar. We gaan met elkaar aan de slag met het thema: Bruggen slaan tussen cultuur en natuur.
De kracht van Kunstwerk!
De gemeentelijke afdeling NME van Zevenaar is in 2022 ondergebracht bij Kunstwerk! Dit is dé culturele voorziening voor kunst, cultuur en kennis, die actief is op meerdere plekken in de Liemers: Het Musiater, het Liemers Museum, NME, diverse locaties van de bibliotheek en de muziekschool. ‘We dragen bij aan persoonlijke ontwikkeling, bieden een podium voor de regio en zijn de ontmoetingsplek van de Liemers!’
Donderdag 12 september gaan we in gesprek met wethouder Toon Albers en onze voorzitter Jacqueline van Dongen, wethouder van de gemeente Zwijndrecht. Daarna delen we relevante en actuele landelijke ontwikkelingen voor ons werkveld, zoals rond de Duurzame School, de Whole School Approach, Collectief Natuurinclusief, de relatie met OCW en de VNG, en de herziening van de kerndoelen.
In de middag neemt directeur Bert Frölich ons mee in de inbedding van NDE in zijn organisatie en de ontwikkelingen en mogelijkheden binnen een multifunctionele organisatie. Hoe leggen zij verbindingen, wat is geleerd van cultuureducatie en andersom?
Omgeving als klaslokaal
Ook licht hij toe hoe het reserveringssysteem EDSO nu gezamenlijk wordt benut met als motto ‘de omgeving als klaslokaal’. En hij vertelt over Lab12, een techniekaanbod in de eigen bibliotheek waarvoor een Sterk Technisch Onderwijsconvenant is afgesloten. Verder vertelt een combinatiefunctionaris over haar aanpak en uiteraard gaan we hierover met elkaar in gesprek.
Kruisbestuiving op een kasteelboerderij
Aan het eind van de middag wacht een rondleiding over uniek historisch erfgoed in het centrum van Zevenaar: Landgoed Huis Sevenaer. Dit is een gemengd biologisch boerenbedrijf waarin we kruisbestuiving ontdekken met schooltuinieren, stadslandbouw en vrijwilligers.
Hoe kun jij bruggen slaan?
De vrijdag begint met een inspirerende rondleiding door de multifunctionele Turmac Cultuurfabriek met een toelichting op de organisatie en de samenwerkingsvorming. Daarna delen we de laatste ontwikkelingen binnen onze vereniging GDO.
Aansluitend gaan we in een interactieve sessie aan de slag met de vraag hoe je in je eigen organisatie, gemeente of in de regio bruggen kunt slaan: tussen natuur- en duurzaamheidseducatie en het onderwijs, tussen de verschillende educaties en tussen jouw centrum en de collega’s in de regio. Met als doel om het onderwijs beter te ondersteunen en de kracht van ons NDE-werk te versterken. ’s Middags is er een activiteit rond een integrale aanpak en luisteren met het perspectief van de ander.
Uiteraard is er tijdens deze twee dagen ruimte om elkaar te spreken en/of kennis te maken met (nieuwe) collega’s. Met de jaarlijkse GDO2daagse faciliteert GDO samenwerking en kennisdeling in het netwerk.
Meer groen in de bebouwde omgeving heeft veel voordelen. Groene buurten zijn bijvoorbeeld koeler in de zomer en beter bestand tegen extreme weersomstandigheden, zoals overstromingen. Ook zorgt een groene omgeving voor een betere (positieve) gezondheid van bewoners en voor meer sociale verbinding in de buurt. Toch is de helft van de Nederlandse tuinen betegeld, met name in buurten met veel sociale huurwoningen.
Niet iedere huurder kan of wil diens tuin vergroenen. Ze hebben bijvoorbeeld geen geld voor planten en andere materialen, of ze weten niet hoe ze het beste aan de slag kunnen gaan. In het project Huurders op Groen slaan we met NDE-centra, woningcorporaties en de buurtbewoners de handen ineen. Samen ondersteunen we huurders in de sociale huursector bij het vergroenen van hun tuin of balkon. We nemen zo veel mogelijk drempels weg en maken we het vergroenen zo makkelijk mogelijk.
NDE-centra krijgen handvatten om huurders te ondersteunen
We begeleiden de centra bij het opbouwen van een lokaal groen-netwerk in samenwerking met de woningcorporatie, wijkcentra en bewoners. En we en delen onze kennis over groenparticipatie. Hoe inspireer en stimuleer je huurders? Wat zijn hun behoeftes? Hoe ontzorg je ze? En hoe bouw je een lokaal duurzaam netwerk waarin je samenwerkt met woningcorporaties en andere partijen zoals welzijnsorganisaties en wijkcentra?
De pilot start in september
In september starten we met drie NDE-centra en hun lokale woningcorporaties met de pilot. De geselecteerde centra zijn NMCX in Haarlemmermeer, Duurzaamheidscentrum Weizigt in Dordrecht en de Koppel in Hardenberg.
De pilot van ‘Huurders op Groen’ is een gezamenlijk project van Groene Huisvesters, Woonbond, SME en GDO. Het project wordt ondersteund door de ministeries van LNV en I&W, de Van Dijk Nijkamp Stichting en het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Vijftien NDE-centra uit ons netwerk volgden afgelopen halfjaar het Whole School Approach-leertraject. Hierin gingen de centra onder begeleiding van SME en GDO aan de slag met dit raamwerk voor duurzaam onderwijs.
Al eerder schreven we over de start en de eerste inzichten van deze leergang. Het einde van het officiële leertraject is in zicht, maar ook daarna loopt de uitwisseling tussen centra nog door.
Hoe gebruiken centra deze kennis en inzichten over de WSA in hun dagelijkse werk en in het versterken van hun rol naar het onderwijs? We spreken Marieke Weishaupt (MEC Leiderdorp) en Marika Rath (NDE gemeente Breda-Boerderij Wolfslaar).
Wat was voor jullie de reden om mee te doen aan dit leertraject?
Marieke: ,,Het MEC is een logische plek als partner voor scholen waar duurzaamheid centraal staat. Onze positie en taakstelling binnen de gemeente, en onze ligging in De Sterrentuin en het park De Houtkamp (met kinderboerderij en heemtuin), maar ook de ruim 40 jaar ervaring met NME voor basisscholen in Leiderdorp geven ons een goede uitganspositie om met de WSA aan de slag te gaan.
In De Sterrentuin zitten we als partners al bij elkaar: wij zijn er gehuisvest, en een bibliotheek en verschillende culturele en maatschappelijke organisaties. Het is dus logisch om vanuit een integrale blik naar duurzaamheid te kijken en daarin samenwerking op te zoeken met elkaar. Dat is voor scholen ook fijn, dat zij vanuit eenheid zien wat er allemaal is en dat ze vanuit een samenwerking worden benaderd.’’
Marika: ,,Ik herken wat Marieke zegt. Scholen vragen vaak om al het aanbod te kanaliseren. Juist door onze samenwerking vanuit de gemeente brengen we het volledige netwerk en aanbod in kaart. Dat is overzichtelijk en prettig voor de scholen. Ik hoopte dat de WSA daarin zou helpen.’’
Heeft de WSA dit geboden? En hoe gebruiken jullie het vervolgens?
Marika: ,,Het leertraject heeft zeker geholpen. Ik houd de WSA nu veel als intern kader in m’n achterhoofd wanneer ik scholen spreek. Ik bespreek de WSA dus nog niet letterlijk met ze, maar het helpt zeker om in kaart te brengen wat de school al doet en waar kansen liggen. Ik help ze door te kijken hoe duurzaamheid wellicht al in hun visie zit, en wat ze al doen in bijvoorbeeld het curriculum. Door de kennis van de WSA kan ik kritischere vragen stellen en hebben we een ander soort gesprek.’’
Marieke: ,,Dat laatste merk ik ook in gesprekken met collega’s. Zij gaan vooral naar scholen toe. Dus met hen heb ik ook gesprekken over de WSA en ik geef ze mee dat met de WSA je een ander soort gesprek voert. Het is mooi om te zien dat die zaadjes nu langzaam beginnen te bloeien!
Daarnaast zie ik dat het voor ander werk van een NDE-centrum nuttig is de WSA te gebruiken. Zo heb ik onze organisatie in kaart gebracht als een WSA-model met bloembladen. Ook voor beleidsmatig werk gebruik ik de WSA. Bijvoorbeeld in gesprek met de wethouder om inzichtelijk te maken welke verschillende dingen ons centrum al doet aan educatie, communicatie en participatie over duurzaamheid voor al onze doelgroepen.’’
In de naschoolse programma’s Rijke Schooldag en Ontdek je Talent zijn de ‘groene gastdocenten’ van de Wolfslaar actief, deze bieden een mooie ingang om het gesprek over NDE onder schooltijd te stimuleren.
Kunnen jullie een concreet voorbeeld noemen?
Marika: ,,Wanneer ik op bezoek ga bij een school kan ik me met deze kennis veel beter kan voorbereiden. Bijvoorbeeld bij de vraag voor een groen schoolplein. Van tevoren check ik de verschillende aspecten van de WSA en bekijk ik wat ze hiermee doen. Hierdoor kan ik hun kansen van tevoren al zien. Sommige scholen zetten bijvoorbeeld meer op sport of cultuur in dan op groen. Met de WSA help ik ze om de kansen te zien die er liggen in andere duurzame thema’s, en help ik ze om stapsgewijs te kijken hoe ze daar kunnen komen. Zo’n groen schoolplein is dan een mooie aanleiding om de WSA te gebruiken.’’
Marieke: ,,Vanuit ons NDE-centrum helpen wij scholen om te zien dat zij op hun eigen manier met duurzaamheid bezig kunnen. Ze zien soms voorbeelden van scholen die zichzelf als een groene school profileren, maar besteden zelf bijvoorbeeld veel aandacht aan sport. De eerste gedachte is op dat moment: zo willen wij het niet doen, want dat raakt aan onze identiteit als school. Dat is jammer, want het gaat heel goed samen. Dat gesprek gaan we met ze aan: als school kan je zowel jouw eigen specialiteit hebben én aan duurzaamheid werken. In veel gevallen past het juist goed bij elkaar en het hoeft elkaar helemaal niet te bijten.’’
Hoe reageren scholen hierop?
Marika: ,,Voor scholen is het heel prettig om te merken dat het werken aan duurzaamheid het in stapjes mag. Het geeft rust om onderscheid te maken tussen de verschillende dimensies zoals curriculum en schoolomgeving waar ze op in kunnen zetten. Zij zijn zich ook lang niet altijd bewust van de verschillende dingen die ze al doen en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Dit samen in kaart brengen en hierdoor te kijken wat de volgende stappen kunnen zijn, geeft rust en een plan van aanpak!’’
Maar liefst 15 NDE centra doen mee in het WSA-leertraject. Hoe was en is het om dit samen te doen?
Marieke: ,,Binnen de groep wisselen we veel kennis en ideeën uit. Dat is zeer nuttig. Het heeft ook tot nieuwe samenwerkingen geleid. Zo kijken we nu of we kunnen samenwerken met Maastricht en hebben we al een fijne samenwerking met jullie bij SME en GDO om leerlijnen over de grote thema’s te ontwikkelen. We willen namelijk allemaal graag een langdurige leerlijn, zodat het voor een bepaalde tijd vaststaat. Zo krijgt het aanbod samenhang en onderbouwing.
Ook kunnen in theorie alle centra in Nederland bij wijze van spreken hun eigen actuele en lokale aanbod ontwikkelen langs de gezamenlijke leerlijn en zo werken aan dezelfde doelen. Het is prettig om vanuit die samenwerking hieraan te werken, want iedereen kijkt weer net anders naar het werk dat we doen.’’
Marika: ,,Elk centrum heeft zijn eigen geschiedenis en kracht. Maar in dit leertraject hebben we een gezamenlijk startpunt. We geloven allemaal in de WSA en willen ermee aan de slag. Dat motiveert en zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat we veel praktische dingen uitwisselen.’’
Willen jullie nog andere inzichten delen rondom de WSA?
Marieke: ,,Ik denk dat het goed is dat elk centrum op een eigen manier met de WSA bezig is. Want niet elk centrum kan hetzelfde te doen. Het is juist goed als centra aansluiten bij hun eigen lokale mogelijkheden en specialisaties.’’
Marika: ,,We weten door dit traject beter wie waarmee bezig is. Hierdoor kunnen we ook scholen doorverwijzen: als wij het niet doen, dan weten we wie het wél doet!’’
Marieke: ,,Precies, op die manier gedragen we ons als partners in een groter landelijk netwerk. Ik vind het belangrijk dat we ons daar bewust van zijn. Iedereen heeft daarin zijn eigen rol.’’
Marika: ,,Daarnaast merk ik voor mij persoonlijk dat het rust heeft gebracht in de veelheid van thema’s en aanbod.’’
Marieke: ,,Voor mijzelf merk ik dat met name de integrale blik mij enorm veel heeft gebracht. Die ‘mindset van de WSA’ zoals ik het maar even noem, vind ik ontzettend interessant en gebruik ik ook voor andere dingen in mijn werk!’’
Lokale natuur- en duurzaamheidscentra (NDE-centra) en kinderboerderijen spelen een onmisbare rol in onze samenleving. Deze centra, klein en groot, werken elk op hun eigen manier aan verschillende duurzame thema’s. Het zijn niet alleen plekken voor jong en oud om te leren over natuur en duurzaamheid, maar ook om te ervaren, spelen, beleven, ontspannen en samenkomen. De sociale waarde voor leerlingen, mensen met een kleine beurs, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en buurtbewoners is veel groter dan vaak wordt gezien.
In een tijd waarin bezuinigingen dreigen, is het belangrijk de waarde van deze laagdrempelige leer- en ontmoetingsplekken te erkennen en te behouden. In dit artikel delen we zeven redenen waarom NDE-centra van onschatbare waarde zijn.
1. Lessen in de natuur zijn onvervangbaar
Natuur- en duurzaamheidslessen die buiten worden gegeven, zijn uniek en kan je niet vervangen door lessen in een klaslokaal. NDE-centra bieden kinderen én volwassenen de kans om direct en dichtbij huis in contact te komen met de natuur. Directe natuurbeleving en verwondering zorgen voor nieuwsgierigheid, een intrinsieke motivatie om de natuur te ontdekken en erover te leren. Buitenlessen stimuleren zowel cognitieve als motorische vaardigheden en bevorderen emotioneel welzijn, sociale vaardigheden en concentratie.
2. Essentiële rol in duurzame ontwikkeling
Wanneer kinderen vanaf jonge leeftijd duurzaamheidseducatie krijgen, ontwikkelen ze een zorgzame houding ten opzichte van de natuur en een gezonde, sociale en duurzame leefstijl. Onderzoek toont aan dat volwassenen die als kind natuur- en duurzaamheidsonderwijs hebben gehad, een positievere houding en duurzamer gedrag vertonen als het gaat om natuur en milieu. Zij maken een connectie met hun leefomgeving die blijft. Natuuronderwijs zorgt er op korte en lange termijn voor dat jongeren zich bewust worden van klimaatproblematiek, hiernaar handelen en bijdragen aan oplossingen. NDE-centra dragen door hun cruciale rol in natuuronderwijs bij aan ontwikkeling van burgers die zich actief inzetten voor een duurzame samenleving.
3. Sociaal en duurzaamheid gaan hand in hand
NDE-centra en kinderboerderijen bieden naast natuur- en duurzaamheidseducatie ook een belangrijk sociaal component. In de activiteiten van NDE-centra komen thema’s als water, afval, energie, voedsel, armoede en inclusie allemaal voorbij. Vaak ook in combinatie met elkaar. Zo zie je in bijvoorbeeld schooltuinieren al deze aspecten samenkomen. Niet alleen in de inhoud van activiteiten zie je een sterke sociale component terug, maar ook in de uitvoering daarvan. Voor kwetsbare groepen en mensen met een beperkt budget bieden deze plaatsen een laagdrempelige omgeving waar ze kunnen ontspannen, zich kunnen ontwikkelen en elkaar kunnen ontmoeten. Verschillende groepen uit de samenleving die elkaar elders niet zo snel zouden tegenkomen, ontmoeten elkaar bij het NDE-centrum. Lokale NDE-centra bevorderen dus de sociale cohesie en voorkomen zo ook eenzaamheid en armoede. NDE-centra zijn daarnaast ook een belangrijke aanbieder van sociale werkgelegenheid, zoals stageplekken en participatieplekken.
4. Bevorderen van een participatieve samenleving
NDE-centra spelen een essentiële rol in het bevorderen van een participatieve samenleving. Om Nederland groener, menselijker en toekomstbestendiger te maken moet iedereen kunnen meekomen en kunnen bijdragen aan duurzaamheid. Door gezamenlijke projecten en het ondersteunen van vrijwilligersinitiatieven maken de centra duurzaamheid toegankelijk en toepasbaar. Door vaak op een positieve of ludieke manier aan de slag te gaan, worden bewoners gemotiveerd om actiever betrokken te zijn bij hun omgeving. Gemeenten zijn vaak nog zoekende naar hoe zij dit voor elkaar kunnen krijgen. NDE-centra zijn onderdeel van het lokale netwerk van duurzame en sociale organisaties. Daarom kunnen ze gemeenten helpen bij het creëren van een participatiecultuur en betrokkenheid bij duurzame thema’s als biodiversiteit, klimaatadaptatie en circulaire economie.
5. De kracht van de groene omgeving
Natuur- en duurzaamheidscentra bieden een groene plek in de wijk. Recreëren en ontspannen in groene ruimtes heeft bewezen voordelen voor de mentale en fysieke gezondheid. NDE-centra bieden dergelijke plekken, dichtbij en toegankelijk. Dit draagt bij aan het verminderen van stress en het bevorderen van gezondheid en welzijn. Ook spelen NDE-centra een belangrijke rol in het behoud en de bescherming van de biodiversiteit, zowel op de eigen locaties als in de activiteiten die ze organiseren. Dit is niet alleen belangrijk voor de natuur zelf, maar ook voor toekomstige generaties die afhankelijk zijn van gezonde ecosystemen voor schone lucht, water en voedsel.
6. Ondersteuning van het onderwijs
Voor alle scholen ligt, onder andere vanuit burgerschapsonderwijs, een belangrijke taak om duurzaamheid te integreren in het onderwijs. Onder leerkrachten en docenten is een groeiende behoefte aan ondersteuning op het gebied van lesmateriaal, gastlessen en werkvormen om duurzaamheid effectief te onderwijzen. NDE-centra kunnen deze ondersteuning bieden door hun uitgebreide kennis en lokale netwerk. Bovenal hebben scholen behoefte aan een makelaar die samenhang brengt in de veelheid van materiaal en projecten. Naast de duurzaamheidseducatie zijn steeds meer NDE-centra ook gesprekspartner voor schoolleiders en koepels. Zo helpen ze de school door de opties op het gebied van bijvoorbeeld de schoolomgeving, curriculum en beleid te navigeren. Hiermee verlichten zij de werkdruk van leerkrachten en dragen ze bij een meer geïntegreerde en effectieve vorm van duurzaam onderwijs.
7. Van landelijk naar lokaal
Gemeenten maken de vertaalslag van landelijk duurzaamheidsbeleid en duurzame doelen naar lokaal. NDE-centra helpen hierbij en geven praktische uitvoering aan landelijke duurzaamheidsdoelen op gebied van bijvoorbeeld klimaatadaptatie of circulaire economie. Ook voor bewoners helpt een NDE-centrum die vertaalslag te maken. De SDG’s, een IPCC-rapport of de jaarlijkse UN-COP zijn voor veel inwoners een ‘ver van hun bed-show’. Een lokaal NDE-centrum laat hun zien hoe duurzaamheid er voor hen uit kan zien en betrekt hen hierbij op een toegankelijke manier.
Koester en investeer in de impact van NDE-centra
Lokale natuur- en duurzaamheidscentra zijn geworteld in de samenleving en van onschatbare waarde voor Nederland. Ze bevorderen sociale cohesie en betrokkenheid, verbeteren gezondheid en welzijn, bieden een plek om ervaringsgericht te leren, beschermen de biodiversiteit en stimuleren duurzaam gedrag.
NDE-centra zijn cruciaal voor het realiseren van duurzame inspanningen op zowel lokaal als nationaal niveau. Bezuinigingen ondermijnen niet alleen lokale organisaties, maar ook landelijke en internationale duurzaamheidsdoelen. We moeten juist investeren in het behouden en versterken van NDE-centra. Niet alleen voor het huidige welzijn van inwoners, maar ook om toekomstige generaties een groener, menselijker en toekomstbestendig Nederland te bieden.
Bij onze vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling zijn 80 gemeenten en 140 NDE-centra aangesloten. GDO is partner van SME en vSKBN.
Het uitvoeringsplan Duurzaamheid in het Onderwijs is in juni verstuurd aan de Tweede Kamer. GDO en SME zijn als sleutelorganisaties actief in dit proces en we voeren diverse pilots (mede) uit in samenwerking met de NDE-centra in ons netwerk, die de directe contacten hebben met de scholen. Zo koppelen we landelijk beleid aan integrale en lokale actie.
Het plan bevat de uitwerking van 3 actielijnen: een ondersteuningsstructuur van duurzaamheid, een duurzame schoolomgeving en jongerenparticipatie duurzaamheid in het onderwijs. De ministeries van van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Klimaat en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voeren het plan uit in samenwerking met het ministerie van I&W. Met een ondersteuningsstructuur op maat willen de ministeries – vraaggestuurd – scholen ontlasten bij de opgave om duurzaamheid een passende plek te geven.
Kansen
SME is aanstichter van dit traject door een oproep aan toenmalig staatssecretaris van I&W om werk te maken van een programmatische aanpak van natuur, milieu en duurzaamheid in het onderwijs. Sinds 2018 zijn allerlei fasen doorlopen. We zijn blij met dit resultaat dat ook veel kansen biedt voor lokale NDE-centra.
Meer weten? Mail onze programmamanager Duurzaam Onderwijs Arjan Klopstra. Het Uitvoeringsplan lees je hier.