Agenda

GDO2daagse in Breda: Stad in een Park

Voor onze jaarlijkse GDO2daagse zijn we op 11 en 12 september 2025 te gast bij NDE Breda. Deze dagen komen leidinggevenden van natuur- en duurzaamheidscentra en ambtenaren met natuur- en duurzaamheidseducatie/participatie in hun portefeuille bijeen om kennis en ervaring uit te wisselen.

We gaan met elkaar aan de slag met het thema: Stad in een Park: met NDE de wijken in en hoe werk je samen in en met het gemeentelijk netwerk?

Parkboerderijen als groene ontmoetingsplekken

NDE Breda is een gemeentelijke afdeling, gehuisvest in Boerderij Wolfslaar. De gemeente is sinds mei dit jaar National Park City: Stad in een Park. Een fantastische kans voor de afdeling om meerdere locaties te positioneren als Parkboerderijen. Dit zijn groene ontmoetingsplekken waar meerdere gemeentelijke beleidsdoelen dichtbij en tastbaar bij de bewoners kunnen worden gebracht, van NDE tot circulair en inclusie.

Op donderdag gaan we in gesprek over deze aanpak en wat er nodig is om dit – ook elders – te realiseren. Hoe kunnen we de educatieve kant doorontwikkelen op fysieke plekken? Op welke manier kunnen we onze maatschappelijke impact vergroten en wat is daarvoor nodig (anders dan geld)? En hoe kunnen we hiermee bijdragen aan een groene en gezonde leefomgeving?

En hoe pak je in zo’n groot programma je rol als partner binnen de gemeente? Hoe positioneer je je richting onderwijs en samenleving. Wat vraagt dit van jou als persoon in jouw rol/functie/ organisatie?

Landelijke ontwikkelingen en groei netwerk

In de ochtend komen de landelijke NDE-ontwikkelingen aan bod en wat die kunnen betekenen voor de lokale NDE-organisaties en ons netwerk.
Op vrijdag staat een gesprek op de agenda over de ontwikkeling van onze vereniging en het meerjarenplan, ook in relatie tot de samenwerking met SME en vSKBN. Daarnaast staat de pilot Combinatiefunctie en onze rolontwikkeling richting onderwijs op de agenda.

Kortom, een prachtig programma voor een energieke GDO2daagse, de elfde editie alweer!

Groene impuls in Rijsenhout: samen werken aan tuinen én toekomst

Sinds het besluit in 2023 dat er geen nieuwe start- en landingsbaan bij Schiphol komt, waait er een frisse wind door Rijsenhout. Jarenlang lagen plannen voor de openbare ruimte stil, wat zijn weerslag had op bewoners: waarom zou je investeren in een tuin, als je niet weet wat de toekomst brengt?

Maar nu is het tijd voor een groene herstart en die begint gewoon in de eigen tuin. In het kader van het landelijke Huurders op Groen project worden bewoners gestimuleerd om hun tuin of directe leefomgeving groener, klimaatvriendelijker en leefbaarder te maken. Dit gebeurt door praktische ondersteuning, inspirerende voorbeelden en samenwerking binnen de wijk.

Inspireren met beelden en gesprekken
Tijdens de eerste fase van Huurders op Groen werd er actief geluisterd naar de wensen en ideeën van bewoners. Dit leidde tot een tweedelige aanpak: eerst inspireren, dan samen aan de slag.

Het lokale projectteam, bestaande uit NMCX Centrum voor Duurzaamheid, woningcorporatie Ymere, de Vereniging Huurders Haarlemmermeer en de Dorpsraad Rijsenhout, trapte af in maart met een inspiratiemiddag. Bewoners konden binnenlopen om ideeën op te doen, vragen te stellen en ervaringen uit te wisselen. Grote fotowanden toonden allerlei soorten tuinen, van modern en strak tot weelderig en toekomstbestendig.

De uitnodiging ging via een brief van Ymere en de Facebookgroep van Rijsenhout. Die middag werden maar liefst dertig gesprekken gevoerd over de betekenis van een tuin: hoe groen kan helpen bij hitte of wateroverlast, en hoe je zelfs zonder eigen tuin toch kunt bijdragen aan een groene buurt. De kracht van de inspiratiemiddag zat in de herkenbare en herhaalbare voorbeelden. Juist de simpele ideeën gaven bewoners het gevoel dat ze meteen konden beginnen.

“Nu zie ik dat een paar kleine aanpassingen al veel verschil maken.”

De diversiteit aan stijlen hielp bewoners hun eigen smaak te herkennen én nieuwe ideeën op te doen. Wie daarna nog zin had in wat lekkers, haalde buiten een portie poffertjes. Ondertussen ging het team langs de deuren om ook bewoners te bereiken die niet vanzelf langs zouden komen.

“Heel leuk om langs de deuren te kunnen gaan,” vertelt Anneke van Gijzen, projectleider Klimaatadaptatie bij NMCX. “Je krijgt een veel beter beeld van wat er speelt in een wijk.”

De persoonlijke gesprekken leverden waardevolle inzichten op. Door gewoon aan te bellen en te luisteren, ontstond nieuw contact. Veel bewoners wilden wel vergroenen, maar liepen aan tegen praktische drempels: geen idee waar te beginnen, een gebrek aan spierkracht of het ontbreken van goede voorbeelden.

Van inspiratie naar actie: de Tuinen Doe-dag
Eind mei was het tijd voor gezamenlijke actie tijdens de Tuinen Doe-dag. In drie straten gingen bewoners, jong en oud, samen aan de slag met het vergroenen van hun tuin. Binnen één dag waren de eerste zichtbare resultaten al een feit.

NMCX zorgde voor gratis planten en tuinaarde en Ymere schakelde hoveniers in. In zonnige tuinen op het zuiden werd gewerkt met droogtebestendige planten, terwijl bewoners met natte tuinen tips kregen voor een betere waterdoorlatendheid. De hoveniers hielpen actief met snoeien, tegelwippen en het aanleggen van nieuwe plantenborders. Ook gaven ze tips voor onderhoud aan bewoners. In meerdere tuinen werden tegels verwijderd, soms met hulp die hard nodig was.

“Bewoners waren heel blij met hulp,” aldus Anneke van Gijzen. “Want hoe krijg je de tegels eruit als je ze wel heel graag eruit wil, maar het zelf niet meer kunt?”

Samen maken we de buurt groener én leefbaarder
Naast hulp bij het vergroenen werd er ook aandacht besteed aan tuinen die al langere tijd weinig onderhoud hadden gehad. Vanwege de grote belangstelling staan er al vervolgbezoeken gepland. Ook bewoners die in mei niet aan de beurt kwamen, krijgen binnenkort hulp om hun tuin op te knappen.

De eerste successen smaken naar meer en bieden waardevolle inzichten voor andere buurten. Wil je meer weten over de aanpak van Huurders op Groen en de lessen uit bijvoorbeeld Dordrecht? Schrijf je in voor de geleerde lessen bijeenkomst op 18 september.

NDE-centra zijn aan de slag met rolontwikkeling: van aanbieder tot gesprekspartner

De NDE-sector ondersteunt het onderwijs in het vormgeven van duurzaam onderwijs. Maar we zien dat de vraag van het onderwijs verandert. Steeds meer scholen zoeken naar een manier om duurzaamheid niet als extra activiteit bovenop het onderwijs te stapelen, maar naar een manier waar hoe ze thema’s als natuur en milieu langdurig in het onderwijs kunnen te waarborgen. De conceptkerndoelen geven ook scholen die hier nog niet bewust mee bezig zijn kansen om duurzaamheid op een integrale wijze aan te bieden, bijvoorbeeld voor het vak burgerschap.

Op 2 juni kwamen NDE-centra uit heel het land samen bij Duurzaamheidscentrum Weizigt in Dordrecht om in gesprek te gaan over hun huidige en toekomstige rollen in dit veranderende speelveld!

NDE-centrum als aanbieder, makelaar of gesprekspartner

In 2024 voerde TwynstraGudde een onderzoek uit naar de verschillende rollen die NDE-centra spelen en kunnen invullen richting scholen en het onderwijs. Daaruit kwamen de rollen van aanbieder (leverancier), makelaar, vliegende keep, aanjager en gesprekspartner. Een NDE centrum in de rol van  leverancier/aanbieder biedt lesmateriaal of gastlessen aan op structurele of ad-hoc basis. Als gesprekspartner ben je partner van  een school. Je kijkt niet alleen naar de directe vraag van de school, maar je helpt hen ook om hun overkoepelende vraag helder te krijgen. Niet alleen ‘’ik zoek een les over biodiversiteit’’, maar ook ‘’hoe integreer ik biodiversiteit op verschillende manieren in mijn school?’’. De vijf rollen  overlappen elkaar deels. Voor NDE-centra is het zinvol om te bepalen waar zij staan ten opzichte van deze rollen, en in welke richting zij willen groeien.

Benieuwd naar het hele onderzoek van TwynstraGudde? Die lees je als lid van Vereniging GDO op de online werkplek GDOleerkring.

Uitwisselen en netwerken om je rol aan te scherpen

De centra gingen op 2 juni aan de slag met welke rollen zij op dit moment vervullen, waardoor er van elk centrum een unieke blauwdruk ontstond van hun huidige positie. Veel centra hebben hun wortels liggen in het zijn van een aanbieder, bijvoorbeeld van lesmateriaal. Maar meerdere centra zien dat zij ook een partner voor scholen worden als makelaar, doordat zij weten welke partij wat doet in de buurt en ze scholen daarin wegwijs kunnen maken.  

Ook stond de vraag centraal wat er nodig is om door te groeien naar andere rollen wanneer dit gewenst is. Zo gaven meerdere centra aan dat het nodig is om keuzes te maken: als je meer de rol van gesprekspartner voor scholen wilt oppakken, en maar beperkte capaciteit hebt, moet je soms ook de keuze maken om bepaalde projecten of rollen níét op te pakken.

Tweede bijeenkomst en leertraject

Op 2 juli organiseren we opnieuw een bijeenkomst over de rolontwikkeling van NDE-centra. Deze keer gaan we naar GDO lid Stad & Natuur Almere. Ook staan we weer stil bij de toekomst van vereniging GDO en de samenwerking met SME en vSKBN. Wil je daarbij zijn? Lees hier meer en meld je aan!

Wil je zelf aan de slag met jouw rol als NDE-centrum? Vanaf september starten we een leertraject waar je samen met andere NDE-ers kunt leren, uitwisselen en ervaringen delen. Hier lees je meer over het traject, er is nog een aantal plaatsen.

Plantdag in Dordrecht: samen tuinieren tegen wateroverlast tijdens Huurders op Groen

Bewoners van de Eemkerkstraat in Dordrecht hebben geregeld te maken met wateroverlast in hun tuinen. In 2024 verduurzaamde woningcorporatie Trivire haar woningen in en om de Eemkerkstraat. Hoog tijd voor actie in de tuinen van deze woningen! Na twee erg natte jaren, sloegen afgelopen najaar het Dorts natuur- en duurzaamheidscentrum Weizigt, vrijwilligersorganisatie Present en woningcorporatie Trivire de handen in een om bewoners in de Eemkerkstraat te helpen.

Onder de paraplu van het landelijke project Huurders op Groen ondersteunen zij bewoners met het aanleggen van een groene tuin. De actie in Dordrecht was een mooie weerspiegeling van de impact die Huurders op Groen beoogt: niet alleen het vergroenen en waterbestendig maken van de wijk, maar ook het creëren van verbondenheid tussen bewoners. Elkaar ontmoeten en in beweging komen voor de buurt, stimuleert zowel de mentale als de fysieke gezondheid.

Veel animo voor groene, waterbestendige tuin

Op vrijdag 4 april organiseerden Weizigt, Present en Trivire een straatfeest in de Eemkerkstraat. Er waren poffertjes, kleurplaten én bewoners werden geïnformeerd over de verschillende mogelijkheden voor een groene en waterbestendige tuin. Bewoners konden zich die dag aanmelden voor de plantdag, meer dan een derde deed dat. Veel van hen gaven bovendien aan elkaar te willen helpen bij het vergroenen van hun tuinen.

‘’Er kan nog wel een rijtje tegels uit!’’

Op zaterdag 17 mei gingen de bewoners van de Eemkerkstraat gezamenlijk aan de slag met het vergroenen van hun tuin. Trivire heeft plantpakketten beschikbaar gesteld ende tuincoach van Weizigt gaf persoonlijk advies. Tijdens de plantdag zijn ruim 600 planten, struiken en boompjes uitgedeeld. Bewoners konden kiezen voor een plantenpakket voor de voor- of achtertuin. Elk pakket bevatte ongeveer 24 planten, goed voor zo’n 4 m² vergroening per tuin. De actie was gericht op het vervangen van tegels door groen, en dat lukte: bij maar liefst 27 tuinen (bijna 40%) gingen de tegels eruit.

Een hovenier van woningcorporatie Trivire hielp mee met het aanleggen van borderranden om plek te creëren voor planten waar voorheen alleen maar tegels lagen. Functioneel én motiverend, want sommige bewoners verwijderden zelfs meer tegels dan gepland. “Oh, er kan eigenlijk nog wel een rijtje tegels uit!”, zei een bewoner enthousiast toen de eerste tegels eenmaal verwijderd waren. Voor andere bewoners was de actie juist het duwtje in de rug dat ze nodig hadden: “Dit gaf me net het zetje dat ik nodig had.”

Samen de klus klaren

De dag had een sterk sociaal effect. Buren hielpen elkaar, vrijwilligers van Stichting Present, Groene Buren, buurtgenoten en collega’s van Weizigt en Trivire ondersteunden bewoners die hulp nodig hadden. “Iedereen hielp elkaar. Dat sociale contact was misschien nog wel het belangrijkste.” Er werden verhalen gedeeld en contacten gelegd tussen mensen die elkaar anders zelden spraken. Stichting Present koppelde vrijwillige ‘tuinmaatjes’ aan bewoners die door omstandigheden moeite hebben met tuinieren. Een ‘tuinmaatje’ komt regelmatig terug= om te helpen in de tuin zodat hun tuin ook na de plantdag onderhouden blijft. Een mooi voorbeeld van hoe vergroening hand in hand kan gaan met het versterken van duurzame buurtverbindingen. 

Wat opviel: meerdere bewoners gaven aan dat ze zich jarenlang alleen voelden in hun wens voor een groene straat. De plantdag bracht hen samen. “Wat fijn om te merken dat ik niet de enige ben die opkomt voor de beestjes en een groene wijk!” zei een van hen. De verbondenheid werkte aanstekelijk: sommige bewoners bloeiden zichtbaar op.

De opkomst overtrof de verwachting van de organisatoren. “We dachten: als er tien mensen meedoen zijn we al blij. Maar dit was echt boven verwachting!” Er waren bewoners die alleen planten kwamen ophalen, maar de meeste bleven de hele dag. En de impact? Die is niet alleen zichtbaar in de tuinen, maar ook voelbaar in de buurt. “Je merkt gewoon dat de mensen in de buurt dit nodig hebben. Niet alleen de planten, maar ook de aandacht en het contact.”

Niet alleen de samenwerking tussen bewoners werd als succesvol ervaren, ook de samenwerking tussen de lokale partijen werd gewaardeerd. In het kader van Huurders op Groen vormden zij samen een lokaal projectteam waarin ieder zijn eigen expertise inbracht. Weizigt beschikt over kennis en ervaring op het gebied van natuur en duurzaamheid en weet hoe bewoners te betrekken bij thema’s als tuinvergroening. Trivire kent de wijk en haar bewoners goed en pakt parallel ook de betegelde binnenplaats aan, die vaak nat blijft staan. Deze wordt omgevormd tot een groene, aantrekkelijke openbare ruimte met bloemen en planten. Stichting Present brengt ervaring mee in het werken met mensen in kwetsbare situaties en kan bovendien tuinvrijwilligers inzetten.

Leanne Stange-Van Diggelen van Weizigt zegt daarover: “Dit is een mooi voorbeeld van een gezamenlijke aanpak van wateroverlast, waarin bewoners, gemeente, woningcorporatie en lokale organisaties samen optrekken.”

Toekomst na Huurders op Groen

Leanne van NDE-centrum Wijzigt in Dordrecht kijkt alweer vooruit: de wens is om de samenwerking door te trekken naar andere straten in de buurt van woningcorporatie Trivire. “Je bereikt veel meer dan alleen het vergroenen van de tuin, het sociale effect in de wijk is minstens zo belangrijk.”

Meer te weten komen over de Huurders op Groen aanpak en de geleerde lessen uit Dordrecht? Schrijf je in voor de geleerde lessen bijeenkomst in september.

Gouden Wortel 2025 voor gemeente Almere

Almere is de winnaar van de Gouden Wortel 2025. De gemeente ontving deze prijs op vrijdag 23 mei tijdens de Week van de Schooltuin voor haar inspirerende ondersteuning van het schooltuinieren. De eerste Publieksprijs is gewonnen door de gemeente Leiderdorp!

Voor de Gouden Wortel verkiezing zijn gemeenten opgeroepen een vlog in te sturen over het belang van schooltuinieren, hoe dit aansluit bij en is geborgd binnen gemeentelijk beleid en de manier waarop zij de schooltuin ondersteunen. Inzendingen kwamen dit jaar uit Buren, Ede, Leiderdorp en Leeuwarden en Almere.

Aansluiten bij beleidsterreinen

,,Alle inzendingen brengen die verschillende facetten mooi in beeld. De ondersteuning is in elke gemeente anders. Het vrolijke filmpje van de gemeente Almere maakt heel duidelijk welk profijt een schooltuin biedt, dat het schooltuinieren aansluit bij kerndoelen van het onderwijs en de diverse beleidsterreinen van een gemeente raakt. Van samenwerking en zorgzaamheid tot gezondheid en natuur. Almere investeert ook in deze financieel lastige tijden in schooltuinen in alle wijken en is daarmee een heel mooi voorbeeld voor de rest van het land. We reiken daarom met veel genoegen de Gouden Wortel 2025 uit aan Almere”, aldus Marjan van Creij, van het ministerie van LVVN en het rijksprogramma Jong Leren Eten, namens de jury.

‘Belangrijk voor elk kind’

Wethouder Jesse Luijendijk reageerde trots: ,,Als gemeente Almere lopen wij voorop met het hebben van een voedselstrategie. Schooltuinieren is een logische vervolgstap om voedsel dichter bij de inwoners en de kinderen te brengen. Zij leren zo over de oorsprong van hun eten, en over het leven, de dieren en de planten. Ze zijn buiten en wroeten weer lekker met hun handen in de aarde. Dit is belangrijk voor elk kind.”

In samenwerking met de gemeente heeft Stad & Natuur al op veel locaties schooltuinen gerealiseerd, verspreid over de hele stad. En er komen er nog meer bij. ,,Een schoolvoorbeeld’’, aldus Thijs van der Meulen van de Alliantie Schooltuinen.

De Gouden Wortel en de Week van de Schooltuin zijn in het leven geroepen door de Alliantie Schooltuinen en Jong Leren Eten. In deze week, van 19 tot en met 23 mei waaraan meer dan 12.000 kinderen meedelen, zijn de schijnwerpers gezet op het belang van het schooltuinieren, en op gemeenten die het schooltuinieren op een inspirerende manier ondersteunen.

‘In steeds meer gemeenten’

Marjan van Creij van LVVN en Jong Leren Eten: ,,Bij voedseleducatie hebben we iedereen nodig. Het is fantastisch om te zien dat steeds meer gemeenten dit oppakken. Kinderen leren in de schooltuin ook dat er best veel komt kijken om hun worteltjes en radijsjes te laten groeien. Dat draagt bij aan inzicht in de waarde van voedsel en waardering voor onze agrariërs.’’

Jury Gouden Wortel

De jury van de Gouden Wortel 2025 werd naast Marjan van Creij gevormd door Ignas van Schaick (EMS, Schooltuinfilm), Irene Harmsen (zelfstandig onderwijsadviseur) en Sjoerd Grootendorst, schooltuinmeester van de winnende gemeente Groningen in 2024.

Wereldrecord Schooltuinles

In de Week van de Schooltuin werd ook het Guiness Wereld Record Schooltuinles behaald. Maar liefst 3.768 kinderen uit het hele land deden donderdagochtend mee aan de recordpoging. Daarmee is het oude record van 539 deelnemers doorbroken! Bij de Wilgenhof van Natuurstad in Rotterdam – waar leerlingen al meer dan 100 jaar zelf hun groenten en fruit mogen telen – werd de recordpoging feestelijk afgetrapt.

Samenwerken aan duurzaam onderwijs: in gesprek met bruggenbouwers Anneloes en Wietske

Hoe geef je duurzaamheidseducatie een structurele plek in het onderwijs? En hoe kun je als NDE-centrum een echte partner voor scholen zijn? Dit onderzoeken GDO, Natuurcentrum Arnhem en Utrecht Natuurlijk dit jaar in de pilot Combinatiefunctie Natuur- en Duurzaamheidseducatie.

Deze pilot onderzoekt hoe NDE deze rol richting het onderwijs kan oppakken en kan bouwen aan structurele samenwerkingen met scholen en lokale partners. De Brede Regeling combinatiefuncties, biedt een financieringsmodel dat ook voor NDE wenselijk zou zijn om in te zetten.

Natuurcentrum Arnhem heeft de afgelopen jaren met het programma Duurzame Arnhemse Scholen (DAS) veel ervaring opgedaan met de rol van strategisch partner en ontwikkelt deze rol tijdens dit leertraject verder door. Utrecht Natuurlijk start deze rol in 2025 op. Anouk Haverkamp (GDO) ging in gesprek met Anneloes Louwerse (Natuurcentrum Arnhem) en Wietske Koot (Utrecht Natuurlijk) over hun ervaringen als combinatiefunctionaris Natuur- en Duurzaamheidseducatie.  

In deze pilot zijn jullie degenen die bouwen aan de rol van partner richting het onderwijs, onder de noemer van ‘combinatiefunctionaris’. Kunnen jullie jezelf kort voorstellen?

Anneloes: “Van oorsprong ben ik leerkracht in het basisonderwijs en heb ik dertien jaar voor de klas gestaan. Toen ik op één van de Stadsboerderijen van Natuurcentrum Arnhem kwam te wonen, zag ik hoe krachtig natuur- en duurzaamheidseducatie is: je dompelt kinderen echt onder in een onderwerp, terwijl ik als leerkracht alleen dingen kon aantippen. Dat raakte me. Toen er een functie vrijkwam bij de afdeling Educatie, was de keuze om te solliciteren dan ook snel gemaakt. Hoewel ik zelf geen bioloog ben, mijn collega’s kunnen echt losgaan op één klein beestje, werd ik aangenomen op basis van mijn kennis over (de didactiek) van het jonge kind. Na een aantal jaren gewerkt te hebben als lesgever ben ik inmiddels Adviseur Educatie.”

Wietske: “Ik herken dat helemaal. Ik heb ook een onderwijsachtergrond en werkte eerder op een plek waar te weinig ruimte was om echt iets met mijn drive voor natuur en duurzaamheid te doen. Toen ben ik cursussen gaan volgen in natuur en duurzaamheid. Ik werk nu 8 jaar bij Utrecht Natuurlijk. De combinatie tussen je interesse en onderwijservaring is heel waardevol. Zeker in mijn huidige functie kan ik mijn collega’s echt meenemen naar de wereld van het onderwijs.”

Hoe vul jij de rol van combinatiefunctionaris in? En is dat anders dan daarvoor?

Wietske: “Als educatiemedewerker werkte ik praktisch – met de handen in de aarde. Nu vlieg ik er als een helikopter (Anneloes: “Als een libelle!”) boven en probeer ik de samenwerkingen met scholen voor langere termijn aan te gaan, en verbindingen te leggen met andere partners in de stad.  

Een tijdje geleden hebben we bijvoorbeeld een lespakket ontwikkeld over afval en duurzaamheid door Utrecht Natuurlijk, een school en Stichting Boskind aan elkaar te verbinden en samen te werken. Nu kan ik dat soort verbindingen op grotere schaal leggen.”

“Als combinatiefunctionaris hang je erboven. Je bent als een libelle”

Anneloes: “Ik herken dat en tegelijkertijd is er voor mij met de start van de pilot niet zo veel veranderd als voor jou. Bij Natuurcentrum Arnhem hebben we die rolontwikkeling richting partner van de school al langer geleden ingezet. Als Adviseur Educatie werkte ik, net als mijn collega-adviseurs, al in projecten met meerdere partners en voerde gesprekken met scholen. De combinatiefunctie is geen vaste functie met een omschrijving, maar eigenlijk een financieringsmodel om de rol als partner naast de school te kunnen vervullen. Het grote doel is om, vanuit de eigenheid van je eigen centrum duurzaamheid en de contacten met andere educaties en partners, duurzaamheid te borgen in het dagelijkse onderwijs.”

Wietske: “En dat kan best een zoektocht zijn. Dat wij dit zijn gaan doen, betekent bijvoorbeeld ook iets voor de rest van het team. Maar ook voor mijzelf; het hele NDE- en scholennetwerk in kaart brengen, alles wat er al is, waar de verbindingen gelegd kunnen worden, waar de haakjes zitten. Het moet op zijn plek vallen, en dat kost tijd. Het werkt eigenlijk net zoals hoe bijvoorbeeld woordenschatontwikkeling werkt in een kinderbrein, ik zie dat nu in mijn hoofd gebeuren met natuur- en duurzaamheidseducatie.”

Jullie hebben duidelijk allebei een onderwijs-achtergrond. Hoe helpt dat je hierbij?

Anneloes: “Ervaring in het onderwijs is echt belangrijk. Bij Natuurcentrum Arnhem nemen we bewust mensen aan met onderwijskennis, zodat je weet wat er speelt in scholen, de taal spreekt en de toon en aanpak kent die past bij de verschillende leeftijden. Van daaruit kan je inspelen op de behoeftes van de school, leerkracht en/of groep. Daarnaast hebben we ook collega’s met echte inhoudelijke natuurkennis. Zij weten de leuke en grappige voorbeelden te benoemen die kinderen aanspreken. Die combinatie zorgt ervoor, dat we een betrouwbare partner zijn. Dat opbouwen van vertrouwen is essentieel om later samen met de school, als partners, te werken aan het inbedden van duurzaamheid/duurzaam onderwijs in de school. Een relatie met de school is er niet zomaar, die bouw je op. Ik ben ervan overtuigd, dat dit de basis is van hoe we nu met de scholen in gesprek kunnen zijn.”

Wietske: “Zo laat je ook zien dat je maatwerk kunt bieden; je begrijpt de school, de problematieken die daar spelen, en kunt daar de juiste NDE-activiteiten aan koppelen. Met kennis over het onderwijs lukt het je om te denken vanuit de behoefte van de school, in plaats van vanuit NDE.”

Jullie richten je erop om de samenwerking met scholen stevig neer te zetten. Wat zijn jullie drijfveren daarvoor?

Wietske: “Omdat ik zelf voor de klas heb gestaan, weet ik hoeveel er van alle kanten aan je getrokken wordt. Ik wil niet de zoveelste organisatie zijn die aan scholen trekt vanuit de eigen idealen. Je moet echt verbinding maken, kijken waar je elkaar kunt vinden en vandaaruit, laagdrempelig voor de school, iets opbouwen. Als je echt een partner bent, luister je naar elkaar. Dat probeer ik thuis ook met mijn eigen partner, haha!”

Anneloes: “Helemaal mee eens! En daarnaast doen we het natuurlijk voor de kinderen. Niet sommige kinderen, maar álle kinderen in het onderwijs. Om ze zich bewust te laten worden van hun verbinding met de natuur. Veel kinderen hebben het idee dat de natuur iets is om naartoe te gaan, maar ze zíjn de natuur.  Ze ademen het in, eten het, raken het aan. Ons werk draait om het laten zien dat zij, en de keuzes die ze maken, ertoe doen.”

“Kinderen denken dat de natuur iets is om naartoe te gaan, maar ze zijn de natuur.”

Wietske: “Ja, dat systeemdenken. Oorzaken en gevolgen leren herkennen, en kinderen bewust maken van hun rol – zonder te oordelen. Zoals bij onze kaaslessen waar het onder andere gaat over plantaardig eten, of bij de varkens op onze boerderij: we vertellen het hele verhaal en laten de kinderen zelf hun mening vormen.”

Kunnen jullie iets noemen waar jullie concreet mee bezig zijn?

Anneloes: “Op dit moment voeren we de jaarlijkse gesprekken met directeuren en contactpersonen van de scholen. We doen nulmetingen en zijn gestart met de ‘Expeditie Duurzaamheid’ op onze voorlopersscholen – de scholen die als eerste deelnamen aan het project en een voortrekkersrol vervullen. Deze workshop helpt schoolteams het gesprek over duurzaamheid op te starten en samen keuzes te maken om mee aan de slag te gaan.  Daarnaast werken we aan een profielschets voor scholen: wat kun je verwachten als school als je met ons samenwerkt? En wat hoort daar dan allemaal bij? Ook zijn we in gesprek met andere educaties en bedrijven in Arnhem om de krachten te bundelen en het duurzame verhaal samen sterker et maken. Kortom, we zijn begonnen, maar blijven zoeken, bijsturen en leren.”

Wietske: “Ik probeer het netwerk in kaart te brengen en daarbinnen actieve partnerschappen aan te jagen. Bijvoorbeeld met Stichting Technotrend, en natuurlijk ook richting scholen. Er lopen al mooie contacten, dit probeer ik als ‘groene olievlek’ in te zetten om zo steeds meer scholen te bereiken. Bij mijn volgende gesprek met een school sluit een directielid aan. Dit kan weer de deur openzetten naar een scholenbestuur en misschien zelfs andere besturen. Maar dat vraagt ook om een meer commerciële houding – jezelf durven presenteren.”

Anneloes: “Dat is voor het NDE-veld wel even wennen. Wij zijn met zijn allen heel bescheiden en altijd dienend geweest. Maar we hebben een goed en wetenschappelijk onderbouwd verhaal te vertellen! Van daaruit werken we met scholen, niet alleen omdat zij iets van ons willen. De bescheidenheid mogen we loslaten.”

“We zijn te bescheiden geweest. Het is tijd om ons verhaal te vertellen.”

Wat hoop je dit jaar – zonder bescheidenheid – te bereiken?

Anneloes: “Dat alle voorloperscholen daadwerkelijk aan de slag gaan, dat ze zien wat het ze oplevert en dat ze stappen zetten om dit te borgen in hun curriculum en schoolplan.  En dat ze de goede verhalen gaan delen, zodat andere scholen ook aan gaan haken.”

Wietske: “Ik hoop dat de zaadjes die ik nu plant, gaan ontkiemen. Dat er meer grip komt op het netwerk, en dat er samenwerkingen ontstaan die echt gaan leven. En dat we de financiële ruimte vinden om hiermee verder te gaan.”

Anneloes: “Ook bij ons zijn het nog geen bomen, hoor. Het zijn eerder wat struiken. Maar we blijven zaadjes strooien, water gieten en praten tegen de plantjes. En vooral: samen leren.”

Blijf op de hoogte

Tijdens het leertraject delen we de verhalen en ervaringen van Utrecht Natuurlijk en Natuurcentrum Arnhem, en betrekken we het netwerk van NDE-centra nauw bij deze ontwikkelingen. Wil je op de hoogte blijven van wat er gebeurt in en rond dit traject? We delen dit regelmatig via onze nieuwsbrief. Als je deze nog niet ontvangt, meld je dan aan via onze website.

Voor dit project ontvangen we steun vanuit het programma DuurzaamDoor (RVO). In een eerder artikel in PubliekDenken spraken we over de rol van NDE-centra richting het onderwijs.


Ontmoet de experts uit het Leertraject NDE als partner voor integraal duurzaam onderwijs

Vanaf september gaan NDE-centra door heel het land aan de slag met het doorontwikkelen van hun rol als partner in het onderwijs om duurzaamheid integraal te verankeren. Tijdens het leertraject leren we door onze eigen expertise en ervaringen in te zetten en te delen, en laten we ons voeden door experts uit het veld van duurzaam onderwijs! In het leertraject 2025/2026 werken we samen met Loes van ’t Hoff, Docent Onderzoeker aan de Hogeschool Leiden, en Arjen Wals, Hoogleraar Transformatief Leren voor Sociaal-ecologische Duurzaamheid aan de Wageningen University en Research. In dit artikel vertellen we je meer over deze experts en wat zij naar het leertraject zullen brengen.

Arjen Wals: grondlegger van de Whole School Approach

Een van de belangrijke theoretische onderleggers voor het leertraject is de Whole School Approach. Dit hulpmiddel helpt onderwijsinstellingen om te werken aan integrale verduurzaming binnen hun organisatie en is daarmee een interessante tool voor NDE-centra in de samenwerking met scholen.

Een van de grondleggers voor de Whole School Approach is Arjen Wals. Hij is hoogleraar Transformatief Leren voor Sociaal-ecologische Duurzaamheid aan de Wageningen Universiteit & Research. Hij zal de deelnemers meenemen in het gedachtengoed van de WSA en hen voeden met inspirerende voorbeelden. Wat is de WSA precies, en waar kun je het wel en niet voor gebruiken? Arjen: ”Juist nu steeds meer scholen zoeken naar manieren om hun leerlingen hoopvol en actief bij te laten dragen aan duurzaamheid, gezondheid en rechtvaardigheid vanuit hun eigen leefwereld en leefomgeving, kunnen NDE-centra ondersteuning bieden bij het ontwikkelen van een Whole School Approach om dit te realiseren!”

Daarnaast is Arjen Wals vanuit zijn rol bekend en betrokken bij de geschiedenis en ontwikkelingen in het veld van Natuur- en Duurzaamheidseducatie in Nederland. Hij zal daarom ook aandacht besteden aan de verschillende rollen die de NDE-centra in het verleden hebben gespeeld. Hoe kunnen we met die geschiedenis in het achterhoofd, kijken naar de huidige ontwikkelingen en rolverandering? Welke kansen liggen er volgens hem voor deze nieuwe rol richting het onderwijs? In een online sessie gaan we met hem in gesprek hierover!

Loes van ’t Hoff: de principes van duurzaam onderwijs

Loes van ’t Hoff van de Hogeschool Leiden zal ons tijdens een van de fysieke sessies meer achtergrond bieden over duurzaam onderwijs en de leidende principes daarin. De Hogeschool Leiden start in het najaar met het aanbieden van de master Duurzaam Onderwijs vanuit het Lectoraat Natuur en Ontwikkeling Kind en is daarom dé partij om ons daarin een uitgebreide inkijk te geven! Loes van ‘t Hoff, docent-onderzoeker verbonden aan dit lectoraat, neemt de deelnemers mee in de achtergrond van het duurzaam onderwijs: waar denken we aan, waar gaat het over en hoe ziet dat er uit? Ook gaat Loes in op de principes die leidend zijn als het gaat om duurzaam onderwijs:

‘’Onze maatschappij is sterk gericht op het individu, op kwalificatie, op efficiëntie en op consumptie. Deze aspecten zien we volop terug in het onderwijs. Denk aan het aantonen van leerresultaten, de bewezen effectiviteit van didactische principes en ouders die zich als klant opstellen. Kinderen en jongeren verworden hierdoor tot objecten die mee moeten doen in huidige structuren waarbij in mindere mate gestuurd wordt op het ontwikkelen van denkkracht en meningsvorming.

Die objectivering zien we ook als er wordt gesproken over natuur. De keuzes die worden gemaakt voor onze consumptie en gemak hebben grote gevolgen voor de aarde. Er is een groeiende behoefte onder onderwijsprofessionals om hier tegenwicht tegen te bieden en een ander geluid te laten horen! Zij willen natuur en duurzaamheid centraal te stellen in hun onderwijs. De motieven van deze leraren zijn divers: er is een verlangen naar een groenere wereld, er is zorg over de toekomst en/of het wordt het recht van het kind gevonden om een zorgeloze kindertijd te hebben. De bedoeling van onderwijs is een voortdurend onderwerp van gesprek. Gert Biesta besteedt in zijn werk expliciet aandacht aan de subjectificatie van kinderen; het verschijnen van het kind dat niet alleen afstemt op de eigen behoeftes, maar ook die van de aarde. We gaan aan de slag met de vraag hoe natuurinclusief onderwijs eruit kan zien.’’

Ook bespreken we met haar actuele ontwikkelingen binnen wat er speelt voor scholen en onderwijsinstellingen en waar de haakjes zitten om duurzaamheid (verder) te verankeren.

Doe je ook mee in het leertraject?

Er zijn nog een aantal plekken om als NDE-centrum mee te doen in het leertraject. Aanmelden kan tot 6 juli. Aanmelden kan bij Nienke Martinus.

Masterclass Schooltuinieren voor gemeenten

Kun je wel wat hulp gebruiken om het schooltuinieren in jouw gemeente een steuntje in de rug te geven? Of ben je al begonnen, maar heb je vragen? Kom naar de digitale masterclass op 21 mei.

Van 16.00 tot 17.00 uur wordt informatie gedeeld over wat gemeenten kunnen doen, hoe andere gemeenten dit aanpakken en kun je vragen stellen. Aanmelden kan via dit formulier. Dan ontvang je van tevoren een link.

Gemeentelijke beleidsterreinen

De Masterclass is onderdeel van de Week van de Schooltuin. In deze week zetten we de schijnwerpers op het belang van het schooltuinieren. Ook wordt de Gouden Wortel uitgereikt aan de meest schooltuinvriendelijke gemeente. In de schoolmoestuin wordt het zaadje geplant voor een gezonde en natuurbewuste generatie. Het is een ideale  omgeving voor natuur- en duurzaamheidsonderwijs in de praktijk. De schooltuin speelt bovendien een belangrijke rol bij groeiende uitdagingen op het gebied van voedsel en gezondheid, bewegen, klimaat, biodiversiteit en samenleven. En sluit daarmee aan op tal van gemeentelijke beleidsterreinen.

Lees ook dit DUO onderzoek naar het draagvlak voor schooltuinieren onder leerkrachten.

Initiatiefnemers

De Week van de Schooltuin is een initiatief van Alliantie Schooltuinen en Jong Leren Eten.
De Alliantie Schooltuinen zet zich in om elk kind in de basisschooltijd toegang te geven tot een schooltuin. Zelf zaaien, verzorgen en oogsten van groente en fruit draagt bij aan meer kennis over en betrokkenheid bij voeding en natuur. Een schooltuin is een plek waar alle kinderen tot bloei kunnen komen! Vereniging GDO is partners in de Alliantie, samen met IVN Natuureducatie, Beleef & weet en ondernemers Rob Baan en Simon Groot.

Binnen het Jong Leren Eten programma werken het Rijk, kinderopvang, scholen, lokale overheden en maatschappelijke organisaties samen. Het doel? Kinderen en jongeren in aanraking brengen met kennis en activiteiten over voedsel, zodat ze zelf gezonde én duurzame keuzes kunnen make

Draagvlak schooltuinen: met ondersteuning sneller en succesvoller

Vier jaar geleden onderzocht DUO Onderwijsonderzoek & Advies voor de Alliantie Schooltuinen het draagvlak voor schooltuinieren onder leerkrachten. Maar wat is er veranderd sinds de Alliantie actief is? Het werd tijd om de balans op te maken en het onderzoek te laten herhalen.

Wat blijkt? De schooltuin bloeit! Het aantal leerkrachten dat actief gebruik maakt van de schooltuin steeg bijvoorbeeld van 19% in 2021 naar 27% in 2025. Een indrukwekkende groei – en een duidelijk teken dat onze inzet zijn vruchten begint af te werpen. En waar ondersteuning beschikbaar is – via NDE-centra, moestuincoaches of vrijwilligers – wordt het schooltuinieren sneller en succesvoller opgepakt.

Schooltuin wint terrein

Maar liefst 85% van de leerkrachten staat positief tegenover het schooltuinieren. Zij zien de tuin als een waardevolle aanvulling op het reguliere onderwijs: kinderen leren er waar hun voedsel vandaan komt, doen ervaring op met zorg en verantwoordelijkheid, én ontwikkelen andere vaardigheden dan ze in het klaslokaal opdoen.

Grote provinciale verschillen

Hoewel nog steeds minder dan de helft toegang heeft tot een schooltuin, zitten we inmiddels wel heel dicht tegen het kantelpunt aan (48%). Een opvallende aanvulling is dat dit per provincie wel erg uiteenloopt. In Zeeland heeft bijvoorbeeld maar liefst 76% van de meesters en juffen beschikking over een schooltuin, in Flevoland is dit slechts 25%.

Ook de animo om daadwerkelijk aan de slag te gaan met schooltuinieren, als die mogelijkheid er is, is per provincie heel verschillend. In het noorden van het land (Groningen, Friesland, Drenthe) wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de aanwezige schooltuin. In de provincie Groningen, die er met kop en schouders bovenuit steekt, geldt dit voor maar liefst 83% van de leerkrachten. Ook in Zeeland is het schooltuinieren met 75% actieve docenten goed geworteld. Opvallend is dat er in de provincie Noord-Holland wel veel mogelijkheden zijn om te schooltuinieren, maar dat de animo onder leerkrachten hier met slechts 51% tegenvalt.

Belang van voldoende ondersteuning

Het goede nieuws is dat veel leerkrachten die nu niet schooltuinieren aangeven dat ze dit wel zouden willen. Wat houdt ze dan tegen? Geen tijd en het ontbreken van ondersteuning worden genoemd als redenen om niet in de schooltuin aan de slag te gaan. En dat is zonde, want wie eenmaal begint, is enthousiast. Waar ondersteuning beschikbaar is – via NDE-centra, moestuincoaches of vrijwilligers – wordt het schooltuinieren sneller en succesvoller opgepakt.

‘Elk kind toegang tot een schooltuin’

GDO is mede-initiatiefnemer van de Alliantie Schooltuinen, samen met IVN Natuureducatie, tuinbouwondernemers Simon Groot en Rob Baan en Adviesbureau Beleef en Weet. Gesteund door het programma Jong Leren Eten en het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit namen zij in 2021 het initiatief voor deze alliantie met de sterke wens om elk kind op de basisschool toegang te geven tot een schooltuin.

Download het rapport en download de infographic.

Groene interventies vanuit bewonersbehoeften: drie voorbeelden

Tijdens Huurders op Groen bouwen de deelnemende projectteams aan een duurzaam netwerk van lokale partners. Tegelijk krijgen zij begeleiding bij het ophalen van bewonersbehoeften. Die behoeften vormen het vertrekpunt voor het kiezen van een groene interventie. Worden ze niet meegenomen, dan is de kans klein dat zo’n interventie op de lange termijn slaagt. Tijdens de workshop ‘Van behoeften naar groene interventies’ werkten de projectteams stap voor stap aan een passende oplossing, gebaseerd op wat bewoners echt nodig hebben.

Hardenberg – Praktische stappen naar vergroening

“Tuinieren is voor mij meer een verplichting dan een hobby,” vertelt een bewoner uit de Hardenbergse wijk Norden-Hazenbos. Een ander zegt juist: “Een groene tuin maakt me blij, vooral bloemen.” De voorkeuren en behoeften in de wijk zijn dus heel verschillend. Daarom ging het lokale projectteam – bestaande uit natuuractiviteitencentrum De Koppel, Vechtdal Wonen, de gemeente Hardenberg, Huurdersvereniging Vechtdal en De Stuw – in gesprek met bewoners. Wat houdt hen tegen om te vergroenen? Wat motiveert juist wél? En welke ideeën leven er?

Uit het bewonersonderzoek bleek dat de belangrijkste drempels vooral praktisch van aard zijn. Zo gaf een bewoner aan: “Ik heb iemand nodig die de tegels uit de grond kan halen.” Ook financiële zorgen spelen een rol. Veel mensen denken bovendien dat een betegelde tuin minder onderhoud vergt dan een groene tuin.

De bevindingen uit het bewonersonderzoek maakten duidelijk dat een groene interventie om bewoners te stimuleren om tóch voor groen te kiezen, in Norden-Hazenbos gericht moet zijn op het bieden van praktische hulp en goede informatie. In dat laatste kan ook de gemeente een rol spelen: met zichtbaar voorbeeldgedrag – zoals groene parkeerplaatsen of meer bomen – kan die een groot verschil maken. Een belangrijke les voor het projectteam: betrek de gemeente direct bij de start van het traject.

Op basis van de opgehaalde bewonerswensen werkte team Hardenberg tijdens de Huurders op Groen-workshop een groene interventie uit. De centrale vraag: hoe sluit je goed aan bij wat er leeft in de wijk? Het team koos voor een vergroeningsdag, gekoppeld aan de gezondheidsweek in Norden-Hazenbos, om zoveel mogelijk mensen te betrekken. Voorafgaand aan deze dag ontvingen huurders een flyer met informatie over het evenement en het aanbod voor een gratis vierkante meter verrassingsplanten.

Tijdens de vergroeningsdag kunnen bewoners het plantenpakket ophalen (aangepast aan het type tuin), en bij de kraam advies vragen aan groencoaches. Voor de verwijderde tegels zijn in de wijk twee afgifteplekken ingericht, waar een ‘tegeltaxi’ de tegels later ophaalt. Zo speelt de interventie direct in op de eerder genoemde praktische, inhoudelijke en financiële drempels.

Rijsenhout – Elkaar ontmoeten en inspireren

Sinds in 2023 het besluit is genomen dat er geen nieuwe start- en landingsbaan voor Schiphol komt, is het dorp Rijsenhout weer in beweging. Voor die tijd lagen veel plannen voor de openbare ruimte stil. Door de onzekerheid over de toekomst van het dorp ontbrak ook vaak de motivatie om te vergroenen.

De uitdaging ligt hier in het laten zien van de vele mogelijkheden die een tuin kan bieden. Het lokale projectteam – bestaande uit NMCX, Ymere, Vereniging Huurders Haarlemmermeer en de Dorpsraad Rijsenhout – ontwikkelde een tweedelige groene interventie, gericht op inspiratie en ontmoeting.

Het eerste deel bestond uit een inloop-inspiratiemiddag over tuinen. Bewoners konden langskomen voor gesprekken over wat een tuin voor iemand kan betekenen, en over de rol van groen in de buurt. Fotowanden met tuinen in allerlei soorten en maten vormden een laagdrempelig startpunt. Het team voerde zeker dertig gesprekken! Na afloop konden bezoekers buiten poffertjes halen, altijd een goede manier om mensen te trekken. Tijdens de inspiratiemiddag ging het team ook langs de deuren om bewoners persoonlijk uit te nodigen. Voor bewoners zonder tuin, maar met interesse in het onderwerp, hingen op andere plekken in de wijk posters met informatie.

Het tweede deel van de interventie is een doe-dag in de wijk, waarop bewoners hulp krijgen om daadwerkelijk aan de slag te gaan met het vergroenen van hun tuin. Daarover binnenkort meer!

Dordrecht – Van wateroverlast naar kansen voor de wijk

“Als het regent dan stroomt het water zo m’n schuurtje in,’’ vertelt een bewoner uit de Eemkerstraat in Dordrecht. De woningcorporatie is net klaar met het afronden van de verduurzaming van de woningen, maar in de versteende tuinen valt nog winst te behalen. In de wijk is sprake van een hechte gemeenschap van bewoners die al lang in de wijk wonen. ‘’We helpen elkaar altijd.’’ Die kracht wil het projectteam benutten om ook nieuwe bewoners bij de groene interventie te betrekken.

Het lokale projectteam – bestaande uit duurzaamheidscentrum Weizigt, Trivire, Stichting Present en de gemeente Dordrecht – ging langs de deuren om op te halen wat er leeft. Ongeveer de helft van de bewoners gaf aan mee te willen doen met een groene interventie. Sommigen boden zelfs aan om te helpen met de uitvoering, waaronder bewoners met een al groene tuin die graag anderen ondersteunen. Het team merkte hoe groot de betrokkenheid is en dat mensen bereid zijn om samen de schouders eronder te zetten.

Toch maken bewoners niet altijd vanzelf de verbinding tussen wateroverlast en hun tuin. Terwijl juist daar mogelijkheden liggen om zelf bij te dragen aan een oplossing. Het projectteam zag daarin een kans om bewoners te informeren én enthousiast te maken.

Als eerste stap organiseerde het team een straatfeest, bedoeld om mensen met elkaar in contact te brengen en het gesprek over vergroening op gang te brengen. Tijdens het feest konden bewoners aangeven of ze meer groen in hun tuin willen en informatie geven over hun situatie: hoeveel schaduw is er? Hoe vochtig is de bodem? Op basis van deze input organiseert het team binnenkort een plantdag om zoveel mogelijk tuinen in de Eemkerstraat te vergroenen.

Van bewonersbehoeften naar groene interventie

De verhalen uit Hardenberg, Rijsenhout en Dordrecht laten zien dat vergroenen van tuinen op wijkniveau begint met het luisteren naar wat bewoners nodig hebben en belangrijk vinden. Dankzij de begeleiding vanuit Huurders op Groen weten lokale teams hoe ze die behoeften kunnen ophalen en vertalen naar concrete, haalbare groene interventies. Interventies die passen bij de buurt én bewoners met elkaar verbindt.

Het netwerk van lokale partijen dat op deze drie locaties is opgebouwd, kan deze kennis gebruiken om ook in andere wijken in de gemeente aan de slag te gaan met vergroening. De komende weken worden de groene interventies uitgevoerd.

Wil je ook aan de slag met vergroening en klimaatadaptatie, vanuit behoeften van bewoners? Binnenkort start weer een nieuwe lichting van Huurders op Groen. Neem contact met ons op via info@huurdersopgroen.nl.

Website gerealiseerd door Daily Creative Agency