Agenda

Voedseleducatie in het NDE-netwerk

De aandacht voor voedseleducatie groeit. Steeds meer scholen, gemeenten en organisaties zoeken manieren om kinderen te betrekken bij gezond en duurzaam voedsel. NDE-centra zijn daarin van onschatbare meerwaarde.

Om een goed beeld te krijgen van wat er al gebeurt in het veld, heeft Vereniging GDO in 2025 op verzoek van het programma Jong Leren Eten (JLE) een inventarisatie uitgevoerd naar voedseleducatie binnen het eigen NDE-netwerk. Met als doel om in kaart te brengen hoe het aanbod van NDE-organisaties op voedseleducatie eruitziet, hoe voedseleducatie verbonden is met gemeentelijk beleid, hoe er samengewerkt wordt met andere programma’s en partijen, te onderzoeken waar kansen liggen en hoe de NDE-centra, Vereniging GDO en JLE samen volgende stappen kunnen zetten om de inzet op voedseleducatie in ons netwerk te versterken. De belangrijkste bevindingen staan in onze publicatie Aan de slag met voedseleducatie.

Waarom voedseleducatie in het NDE-netwerk belangrijk is

Kinderen en jongeren maken dagelijks voedselkeuzes die invloed hebben op hun gezondheid én op de wereld om hen heen. Daarom is het belangrijk dat voedseleducatie een vaste plek heeft in het onderwijs: van gezonde voeding tot duurzame voedselproductie en bewuste consumptie. Het programma Jong Leren Eten (JLE) stimuleert dit landelijk. Binnen deze beweging spelen de NDE-centra, aangesloten bij Vereniging GDO, een belangrijke lokale rol richting scholen. Maar hoe gaat het nu eigenlijk met dit thema binnen het netwerk van Vereniging GDO? En welke kansen liggen er om voedseleducatie breder te verankeren? Deze inventarisatie biedt daar antwoord op.

Hoe Vereniging GDO de inventarisatie uitvoerde

Voor deze inventarisatie bracht Vereniging GDO de stand van zaken in kaart met een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. De aanpak bestond uit:

  • Een enquête onder NDE-centra om aanbod, ambities en behoeften in beeld te brengen
  • Verdiepende gesprekken met NDE-professionals over hun rol, voorbeelden en uitdagingen rondom voedseleducatie
  • Interviews met regionale JLE-makelaars om inzicht te krijgen in samenwerking en afstemming
  • Analyse van relevante bronnen, waaronder gemeentelijk voedselbeleid, bestaande handreikingen en (wetenschappelijke) rapporten.
  • Bijeenkomst om de opbrengsten te delen en verdiepen met de lokale NDE-organisaties en JLE-makelaars

Door deze brede aanpak ontstaat een compleet beeld van hoe voedseleducatie leeft binnen het NDE-netwerk en hoe dit samenhangt met lokaal beleid en nationale programma’s.

Resultaten en opbrengsten

Kansen, inspiratie en praktijkvoorbeelden zijn samengevat in de publicatie Aan de slag met voedseleducatie. De inventarisatie gaf een beeld van:

  • de positie en kracht van NDE-centra binnen voedseleducatie
  • manier waarop het thema leeft binnen het netwerk
  • het aanbod, inclusief recente inspirerende voorbeelden
  • borging in gemeentelijk beleid, inclusief kansen en knelpunten
  • de samenwerking met landelijke programma’s zoals JLE, Gezonde School en JOGG.

Dat alles leidt tot aanbevelingen om voedseleducatie structureel te versterken, met concrete aanbevelingen voor zowel het NDE-netwerk als voor Vereniging GDO in samenwerking met het JLE-programma.

Onze kracht

Vereniging GDO verbindt natuur-, duurzaamheids- en voedseleducatie met maatschappelijke opgaven. Samen met NDE-centra en landelijke partners versterken wij de rol van lokale organisaties in het ondersteunen van scholen en gemeenten. Voedseleducatie vormt een natuurlijke schakel tussen natuur, duurzaamheid en gezondheid, en deze inventarisatie is een belangrijke stap om dit thema stevig te positioneren.

Gezonde School: Thema Milieu en natuur

Maak kennis met het thema Milieu en Natuur en met Vereniging GDO, themahouder van Milieu en Natuur binnen de Gezonde School.

Een gezonde leefstijl van kinderen gaat verder dan voldoende beweging en goede voeding. Ook contact met de natuur, een groene leefomgeving en een gezond binnen- en buitenmilieu zijn essentieel. Binnen Gezonde School is Vereniging GDO themahouder van Milieu en Natuur en brengt zij expertise, inspiratie en praktijkervaring samen.

Groei en ambitie

Het thema Milieu en Natuur heeft de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekregen. De komende periode willen we dit verder versterken en uitbreiden. Op dit moment is het thema actief binnen het primair onderwijs. Ook in het voortgezet onderwijs en het mbo wordt er al met Milieu en Natuur gewerkt, maar daar nog zonder erkende Gezonde School-activiteiten en vignet. In de komende maanden zetten we stappen om dit te veranderen. Vanaf december 2025 wordt het thema officieel uitgerold naar het voortgezet onderwijs, waarna het mbo volgt. Zo zorgen we dat steeds meer scholen met Milieu en Natuur aan de slag kunnen. Onze ambitie is om dit thema breed bekend en zichtbaar te maken binnen het onderwijs en bij beleidsmakers op het gebied van onderwijs en gezondheid. Daarmee willen we inspireren en scholen ondersteunen.

Wat kun je verwachten

In de komende periode delen we inspirerende voorbeelden uit de praktijk en laten we zien waarom Milieu en Natuur onmisbaar is voor een gezonde leefstijl. Ook verschijnt er een training speciaal voor Gezonde School-coördinatoren die met dit thema aan de slag willen. Gezonde School-adviseurs kunnen hier eveneens bij aansluiten, zodat zij scholen nog beter kunnen adviseren over dit thema. Daarbij gaat het niet alleen om een groen schoolplein of een natuurlijke omgeving, maar vooral om de vraag hoe dit bijdraagt aan de gezondheid en ontwikkeling van kinderen en hoe het thema stevig verankerd kan worden in het DNA van de school.

Doe je mee?

Wil jij werken met het thema Milieu en Natuur, of ben je hier al actief mee bezig en wil je aansluiten bij Gezonde School? Neem contact met ons op via vries@sme.nl.

Samen werken we aan een gezonde leefstijl voor kinderen, met oog voor de wereld van vandaag en morgen.

Lees ook eens deze artikelen:
De kracht van natuur in het onderwijs: zo geef je invulling aan het thema Milieu en Natuur

WSA Toolkit

Hoe ga je integraal aan de slag met duurzaamheid binnen je organisatie? Met de Whole School Approach (WSA) en de bijbehorende toolkit helpen wij onderwijsorganisaties om duurzaamheid te verankeren in alle domeinen van hun praktijk: van curriculum en gebouw tot visie, inkoop en samenwerking met de omgeving.

Onze rol: van visie naar concrete praktijk

GDO ontwikkelde de WSA Toolkit samen met Coöperatie Leren voor Morgen, SME, Duurzame Pabo en SPARK the movement met ondersteuning van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

De toolkit bundelt:

  • Praktische tools en stappenplannen
  • Inspirerende praktijkvoorbeelden
  • Verdiepende achtergrondinformatie
  • Het wegwijzer kaartspel om samen keuzes te maken

Waarom werken wij met de Whole School Approach?

Onze leerlingen en studenten zijn de duurzame professionals van morgen. Om hen goed voor te bereiden, is meer nodig dan een los project over duurzaamheid. Wij geloven dat duurzaamheid in het onderwijs alleen succesvol is als alle domeinen van de onderwijsorganisatie verbonden zijn. Als duurzaamheid slechts op een paar plekken in de organisatie leeft, stokt de verandering. Daarom is werken vanuit de Whole School Approach zo belangrijk. De Whole School Approach Toolkit biedt praktische ondersteuning aan schoolleiders, teammanagers, directeuren, duurzaamheidscoördinatoren, beleidsmakers, docenten van alle onderwijstypes en onderwijsondersteunende organisaties om stappen te zetten in het proces naar een integraal duurzame organisatie.

Dit zeggen gebruikers over de WSA toolkit:

Mijn eerste gedachte was dat duurzaamheid vooral gaat over ecologische duurzaamheid. Door de WSA toolkit zie ik dat er meerdere aspecten zijn, zoals sociale en mentale duurzaamheid.” – Docent filosofie en religiewetenschappen en coördinator burgerschapsonderwijs

Het onderwijs is een soort jazzmuziek: het is altijd druk, een beetje chaotisch en het loopt allemaal door elkaar. Je vindt niet gauw de rust om bij elkaar te zitten en een goed gesprek over duurzaamheid te voeren. Maar deze tools helpen daarbij.” – Docent maatschappijleer

Ik dacht dat duurzaamheid alleen top down behandeld kon worden, maar door het WSA kaartspel merk ik nu ook hoe het van onder op kan komen.” – Docent scheikunde

Resultaat

Met dit project laten we zien hoe we duurzame ambities vertalen naar concrete tools. De WSA Toolkit is een voorbeeld van hoe wij kennis, partners en onderwijsorganistaies verbinden en praktische handvatten bieden voor duurzame ontwikkeling.

Wil je meer weten over de Whole School Approach? Of ben je benieuwd hoe wij jouw schoolbestuur, gemeente of onderwijsorganisatie hierbij kunnen helpen?

Bekijk de WSA Toolkit
Lees meer over deze aanpak: Whole School Approach

Pilot combinatiefunctie Natuur- en Duurzaamheidseducatie

Hoe werken we effectief samen met het onderwijs? Hoe integreren we samen met de school duurzaamheid structureel in het onderwijs? En is de bestaande Brede Regeling Combinatiefuncties voor sport en cultuur ook inzetbaar voor natuur- en duurzaamheidseducatie (NDE)? Dat onderzoeken GDO, Utrecht Natuurlijk en Natuurcentrum Arnhem dit jaar in de Pilot Combinatiefunctie NDE.

Als partner samenwerken met het onderwijs

Steeds meer onderwijsinstellingen zoeken naar manieren om natuur en duurzaamheid een integrale plek te geven in hun onderwijs. De lokale NDE-organisaties kunnen daarvoor belangrijke inhoudelijke en organisatorische partners zijn naast de rol die ze al vervullen als aanbieder van educatie. Dit jaar onderzoeken we in een pilot, of leertraject, in twee lokale situaties hoe zij die rol kunnen ontwikkelen en samen kunnen werken met het onderwijs.

Natuurcentrum Arnhem ontwikkelt de rol van strategisch partner tijdens dit leertraject verder door, terwijl Utrecht Natuurlijk deze rol dit jaar opstart. GDO is, als vereniging van 140 lokale NDE-centra in Nederland, nauw betrokken als partner in dit traject. We halen de verhalen en leerervaringen van Natuurcentrum Arnhem en Utrecht Natuurlijk op en delen deze met het netwerk.

De Brede Regeling Combinatiefuncties als mogelijk financieringsmodel?

Deze subsidieregeling bestaat al voor de sectoren Kunst & Cultuur en Sport & Bewegen. Gemeenten stellen vanuit deze regeling een combinatiefunctionaris aan, die samenwerkt met scholen om sport- en/of cultuurparticipatie te bevorderen. De functionaris wordt gefinancierd door gemeenten en de Rijksoverheid. In dit traject kijken we ook hoe we kunnen aansluiten bij de bestaande regeling en wat de opbrengst daarvan is. Om zo de inzet van deze nieuwe rol ook structureel mogelijk te maken binnen de natuur- en duurzaamheidseducatie.

Meer weten over dit onderwerp? Bekijk ook:

Huurders op Groen

Hoe kunnen woningcorporaties, duurzaamheidseducatiecentra en lokale initiatieven samen werken om bewoners langdurig te betrekken bij vergroening en klimaatadaptatie? Hoe zorg je dat het niet blijft bij één vlinderstruik in de straat of één buren-plantdag?

Groen in onze leefomgeving biedt tal van voordelen en staat steeds hoger op de agenda van gemeenten. Toch is de helft van de Nederlandse tuinen betegeld. Huurders op Groen biedt kennis en begeleiding om op lokaal niveau een duurzaam samenwerkend netwerk op te bouwen, waarbij bewoners en lokale initiatieven actief worden betrokken om samen te werken aan een sociale, gezonde en groene wijk.

Aan de slag met bewoners

Aan de pilot van het traject (looptijd t/m juni 2025) doen drie lokale projectteams mee, elk bestaande uit een woningcorporatie, duurzaamheidseducatiecentrum, gemeente en lokale initiatieven. Het gaat om de GDO-leden Duurzaamheidscentrum Weizigt in Dordrecht, NMCX in Haarlemmermeer en De Koppel in Hardenberg.

Samen met onze partners Groene Huisvesters, de Woonbond en SME begeleiden we de lokale projectteams bij het selecteren van een wijk om aan de slag te gaan, het ophalen van de behoeften van bewoners in deze wijk en het samenwerken met andere lokale organisaties tot aan het ontwikkelen en uitvoeren van groene interventies.

We bieden hen o.a. een startbijeenkomst op maat, een workshop ‘van behoeften naar groene interventies’, digitale bijeenkomsten om te leren van de andere lokale projectteams, begeleiding bij de communicatie naar huurders, handige kennis- en inspiratiedocumenten en doorlopende bereikbaarheid voor vragen en advies. Vragen die o.a. aan bod komen luiden: Hoe bouw je een duurzaam netwerk op waarin je samenwerkt met wijkcentra en bewoners? Wat is belangrijk voor bewoners van een wijk? Hoe motiveer en inspireer je huurders op hun tuin te vergroenen? Welke basiskennis over vergroenen heb je hier zelf voor nodig?

Langdurige bewonersparticipatie

Tijdens het Huurders op Groen-traject werken de deelnemende projectteams stap voor stap toe naar groene interventies in een door hun gekozen wijk, die aansluiten bij de behoeften van de bewoners. Het doel is daarnaast om tijdens het Huurders op Groen traject op de locaties van de deelnemende projectteams een duurzaam samenwerkend netwerk op te bouwen, dat ook na de deelname blijft ontwikkelen en groeien.

Wij geloven dat samenwerking tussen lokale partijen cruciaal is voor het organiseren van langdurige bewonersparticipatie. Deze partijen staan dicht bij bewoners en weten wat er speelt in een specifieke wijk. Daarom kunnen zij fungeren als een belangrijke speler in het behalen van beleidsdoelstellingen van gemeenten op het gebied van klimaatadaptatie, vergroening en participatie.

Lees meer over Huurders op Groen

Leertraject: NDE-centrum als partner voor integraal duurzaam onderwijs

tSteeds meer scholen willen met duurzaamheid aan de slag, maar zoeken hoe ze dit op een samenhangende en betekenisvolle manier kunnen organiseren. NDE-centra beschikken over waardevolle expertise om scholen hierbij te ondersteunen. Tegelijkertijd vraagt deze veranderende onderwijsbehoefte om een bredere rol dan alleen aanbieder van lessen of projecten.

Dit leertraject helpt NDE-centra om die rolvernieuwing te verkennen en te versterken. Deelnemers onderzoeken hoe zij als centrum kunnen bijdragen aan duurzaam onderwijs dat is ingebed in visie, beleid, curriculum en schoolorganisatie.

Wat onderzoeken we in dit leertraject?

Het traject combineert inzichten uit de onderwijsprincipes van Gert Biesta, Duurzame Basisvorming, de Sustainable Development Goals (SDG) en de Whole School Approach (WSA). Deze kaders helpen deelnemers om te ontdekken:

  • hoe hun centrum duurzaam onderwijs kan ondersteunen op een integrale manier
  • welke rol(len) passen bij hun ambities en regionale context
  • hoe rolontwikkeling doorwerkt in de positionering, samenwerking met partners, professionalisering van de organisatie en het programma van de NDE organisatie

We sluiten daarbij aan op de rollen die TwynstraGudde identificeerde in het onderzoek naar NDE in het onderwijs:

1.Aanbieder
De traditionele rol: lessen, excursies en activiteiten voor scholen. 
2. Makelaar
Een verbindende rol waarin het centrum ook andere partijen en initiatieven binnen de regio vertegenwoordigt. 
3. Aanjager 
Een proactieve speler die NDE koppelt aan bredere maatschappelijke thema’s, zoals kansengelijkheid of burgerschap, en het gesprek op gang brengt. 
4. Partner 
Een strategische rol waarbij het centrum samen met scholen werkt aan duurzame integratie van educatie in beleid, structuur en visie. 
5. Groene leerkracht 
Een medewerker van het NDE-centrum die (structureel of ad-hoc)in de klas staat en digitaal of fysiek onderwijs geeft of ondersteunt. 

De vijf rollen zijn geen doel op zich, maar handvatten om de rol richting het onderwijs vorm te geven zodat het onderwijs wordt versterkt en kinderen betekenisvol leren over natuur, milieu en hun rol in een duurzame samenleving. 

Opbouw van het leertraject: de sessies

Het leertraject bestaat uit een serie bijeenkomsten waarin inhoud, praktijk en reflectie samenkomen. Elke sessie verkent een ander perspectief op de rol van het NDE-centrum in relatie tot het onderwijs.

Sessie 1 – Transitie & de X-curve

We verkennen waar centra zich bevinden in de beweging van bestaande werkwijzen naar nieuwe vormen van samenwerken met het onderwijs. De X-curve helpt om bewust te kijken naar wat wordt afgebouwd en wat wordt opgebouwd binnen de organisatie.

Sessie 2 – Whole School Approach (WSA) & historie van NDE

We verdiepen ons, onder leiding van experts, in de geschiedenis van NDE in Nederland en in de WSA als raamwerk voor integraal duurzaam onderwijs. Wat vraagt de WSA van scholen? En welke rol kan het NDE-centrum daarin spelen?

Sessie 3 – Onderwijspraktijk & breed vormend onderwijs

We kijken naar de onderwijspraktijk vanuit de visie op breed vormend onderwijs. Hoe sluit NDE aan bij thema’s als burgerschap, persoonlijke ontwikkeling en de leefwereld van leerlingen? En hoe voer je goede gesprekken met scholen over deze verbinding?

Sessie 4 – Organisatieontwikkeling en relatie met je gemeente

We bespreken met Rob Nilizen (Utrecht Natuurlijk) en Monique Verstraaten (Natuurcentrum Arnhem) de rolontwikkeling van beide centra en de  werking daarvan op de organisatie en de relatie met de gemeente. Welke lessen zijn er opgedaan in de pilot combinatiefunctionaris?

Sessie 5 – Positionering en professionalisering

We gaan in op wat er nodig is in de organisatie om rolontwikkeling mogelijk te maken, wat betekent dat voor de professionalisering van het team? En hoe positioneer je, je in je nieuwe rol?

Sessie 6 – Kanseninventarisatie NDE-organisatie in beweging

We sluiten het leertraject af met presentaties van de deelnemers en een kanseninventarisatie. Welke kansen zien zijn voor rolontwikkelng binnen hun lokale context en hoe ze daarmee aan het werk gaan?

Sessie 7 – Reflectie en intervisie

We reflecteren op het leertraject en welke rolontwikkeling de centra zijn gestart. In de middag sluiten deelnemers van eerdere leertrajecten aan en bouwen we aan de leerkring rolontwikkeling voor NDE organisaties. 

Samen leren en vernieuwen

Het GDO-leertraject is geen klassieke training, maar een proces van gezamenlijke verkenning en reflectie. Deelnemers leren van experts én van elkaar, en nemen opdrachten mee terug naar hun eigen organisatie om collega’s te betrekken bij de ontwikkeling.

Centra ervaren het traject als verdiepend, inspirerend en richtinggevend: het biedt taal, ruimte en houvast om hun rol richting het onderwijs bewust te versterken (centra die aan het WSA leertraject uit 2023 hebben deelgenomen).

Heb je interesse in het leertraject? Stuur dan een e-mail naar Nienke Martinus (n.martinus@vereniginggdo.nl).

 

Schooltuinieren met impact: de Modelinterventie Schooltuinieren

Steeds meer scholen hebben een eigen schooltuin of schooltuinieren bij een schooltuincomplex. De manier waarop verschilt. Maar met welke aanpak vergroot je de kans op positieve veranderingen in voedingsgewoonten en natuureducatie? Vereniging GDO, Wageningen University & Research, Adviesbureau Beleef en Weet en Jong Leren Eten hebben samen onderzoek gedaan om tot een Modelinterventie te komen.

Hoe richt je een effectief schooltuinprogramma in?

De Modelinterventie Schooltuinieren biedt een wetenschappelijk onderbouwde aanpak voor schooltuinprogramma’s die bestaat uit 15 kernelementen. Deze aanpak is door het RIVM erkend als goed onderbouwd. Met deze erkenning bieden we handvatten voor het inrichten van schooltuinprogramma’s met impact.

Waarom een modelinterventie?

Uit eerder onderzoek blijkt dat schooltuinprogramma’s een positieve invloed kunnen hebben op leerlingen. Maar hoe richt je een schooltuinprogramma in om deze positieve effecten op kennis, houding en gedrag rondom natuur, voedingsgewoonten en persoonlijke ontwikkeling ook daadwerkelijk te halen? Het aantonen dat jouw schooltuinprogramma op een wetenschappelijk onderbouwde manier wordt uitgevoerd is lastig maar van groot belang. Als jullie schooltuinprogramma voldoet aan de kernelementen van de Modelinterventie, laat je zien dat jullie schooltuinprogramma bijdraagt aan de doelen van het onderwijs en aan kennis, houding en gedrag rondom gezonde voedingsgewoonten, persoonlijke ontwikkeling en natuur.

Wetenschap en praktijk

Omdat het voor een individueel schooltuinprogramma lastig is een eigen erkenningstraject bij Loket Gezond Leven te doorlopen en om recht te doen aan de grote variatie van schooltuinprogramma’s hebben een aantal partners de handen ineen geslagen. Vereniging GDO deed samen met Wageningen University & Research (WUR), Adviesbureau Beleef & Weet en Jong Leren Eten onderzoek naar de werkzame elementen van een effectief schooltuinprogramma. Daarbij zijn wetenschappelijke bevindingen gekoppeld aan ervaringen vanuit de schooltuinpraktijk. Het resultaat hiervan is de Modelinterventie Schooltuinieren. Deze is door het RIVM erkend als ‘goed onderbouwd’. Dat betekent dat de interventie is getoetst op uitvoerbaarheid. Bij het toetsen kijkt het RIVM naar de gewenste verandering en wat nodig is om die verandering te bereiken. Meer informatie over erkenningen lees je op Loketgezondleven.nl. Met deze erkenning zijn schooltuinprogramma’s onder de paraplu van de Modelinterventie Schooltuinieren ook een aanbevolen activiteit onder de Gezonde School Aanpak.

Vier pijlers van de modelinterventie Schooltuinieren

De Modelinterventie is opgebouwd uit vier pijlers

  • De doelgroep: Gericht op leerlingen van groep 5 tot en met 8, met specifieke aandacht voor leeftijd en achtergrond.
  • De tuin: Een goed ingerichte en toegankelijke schooltuin, afgestemd op educatieve doelen.
  • Begeleiding: Deskundige begeleiding van leerkrachten, vrijwilligers en/of tuinexperts.
  • Activiteiten: 10 tot 12 gevarieerde lessen en praktische tuinwerkzaamheden die aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen, waar de kinderen een actieve rol hebben in het zaaien, verzorgen en oogsten van verschillende gewassen.

Deze pijlers zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek én praktijkervaringen. Bij iedere pijler geven we de minimale vereisten (de kernelementen) aan en doen we aanbevelingen om de kans op impact te vergroten.

Modelinterventie Schooltuinieren

Kernelementen en Aanbevelingen

🎯 Doelgroep

  • Basisschoolkinderen uit groep 5 tot en met 8.
  • Ouders worden geïnformeerd over de schooltuinactiviteiten.

✅ Aanbevelingen

  • Indien een keuze gemaakt moet worden, focus op groep 6.
  • Geef de oogst mee naar huis, maak een receptenboekje, nodig ouders uit om deel te nemen.

🌱 De Tuin

  • De tuin ligt buiten bij de school of op een schooltuincomplex.
  • Elk kind draagt actief bij.
  • In de tuin worden minimaal zes verschillende soorten gewassen verbouwd, vooral groenten.

✅ Aanbevelingen

  • Tuinier bij voorkeur in volle grond.
  • 1-3 kinderen per tuintje, plus een gemeenschappelijk deel voor veelgebruikte soorten.
  • Kies per gewasgroep minimaal één soort die gemakkelijk groeit. Kleinfruit als dat kan.

🎓 Activiteiten

  • 10 tot 12 lessen gedurende minimaal 3 maanden in één seizoen.
  • Elke les duurt minimaal één uur en vindt plaats onder schooltijd.

Kernactiviteiten:

  • Zaaien, verzorgen en oogsten.
  • Proeven van de geteelde groente en/of fruit.
  • Minimaal één keer van de oogst een (warm) gerecht koken en samen opeten.
  • Uitleg door de begeleider: wat is het, hoe groeit het, wat is er nodig om te groeien, welk deel is eetbaar.

✅ Aanbevelingen

  • Wekelijks werken in de moestuin.
  • 1-2 lessen na de zomervakantie.
  • Een gezamenlijke afsluiting of oogstfeest kan mooi zijn; maar samen proeven, een gerecht maken en opeten gebeurt ook tussendoor.

👩‍🏫 Begeleiding

  • Minimaal één deskundige en één praktische ondersteuner met:
    • Kennis van moestuinieren.
    • Basiskennis van gezonde voeding, planten, gewassen en tuinieren.
    • Ervaring met inspirerend lesgeven aan kinderen.

✅ Aanbevelingen

  • Minimaal 2 begeleiders, liefst de leerkracht zelf, in bezit van een VOG.
  • Bij minder dan 15 kinderen per klas kan dit de begeleider zijn mits bekwaam geacht door de leerkracht en in bezit van een VOG.
  • Er zijn verschillende trainingen en opleidingen voor ondersteuners.

Hoe kun jij meedoen?

Is jullie schooltuinprogramma al ingericht volgens de kernelementen van de Modelinterventie? Laat het dan officieel erkennen als onderdeel van de Modelinterventie.


De commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van Vereniging GDO, WUR en Adviesbureau Beleef en Weet, beoordeelt jouw aanvraag. Voldoe je aan de kernelementen van de Modelinterventie? Dan ontvang je:

·        Een digitaal certificaat als bewijs van erkenning.

·        Een communicatiekit om de erkenning zichtbaar te maken.

De kosten voor het traject bedragen €40,- excl. btw voor de beoordeling en de materialen. Deze kosten worden alleen in rekening gebracht bij een positief oordeel.

Schooltuinieren in vele soorten en maten

Geef je schooltuinieren op een andere manier vorm dan beschreven in de Modelinterventie? Dan betekent dat niet dat jouw aanpak niet effectief is. Misschien is er nog geen onderzoek gedaan naar jouw specifieke methode of is het doel van het programma anders. Blijf bijdragen aan het schooltuinieren en ontdek wat werkt! Hoe meer we onderzoeken en kennis uitwisselen over schooltuinprogramma’s, hoe beter we gezamenlijk inzicht krijgen in de waarde en effecten het schooltuinieren.

Hulp bij het opzetten van je schooltuinprogramma?

Kijk op de website van de Alliantie Schooltuinieren voor verdere tips en ondersteuning. Of neem contact op met je lokale NDE-centrum voor advies. Zij helpen je graag op weg naar een schooltuin met impact!

Erkende schooltuinprogramma's onder de Modelinterventie Schooltuinieren

  • Moestuinieren bij de Groene Belevenis
  • Schooltuin Park Rusthoff van Stichting Beheer Park Rusthoff
  • Schooltuin PlukWad van Pluktuin PlukWad
  • Schoolmoestuinbemmel van Stichting Lingewaard Natuurlijk
  • Schooltuinprogramma van Natuurstad Rotterdam
  • Schooltuinprogramma van gemeente Zoetermeer
  • Schooltuinprogramma Groene Vingers van Utrecht Natuurlijk
  • Schooltuinprogramma van Natuur- en Milieu Educatie Schouwen-Duiveland
  • Schooltuinprogramma van De Klyster
  • Schooltuinprogramma van Stad & Natuur Almere
  • Schooltuinprogramma van NDE Groningen
  • Schooltuinprogramma van Vereniging Leidse Schooltuinen
  • Arnhemse Aanpak Schoolmoestuineren van Natuurcentrum Arnhem
  • Schooltuinprogramma Onderzoekend Tuinieren van Stichting Onderzoekend Tuinieren
  • Schooltuinprogramma Linschoten van OBS Prins Claus
  • IVN Schooltuinaanpak van IVN Natuureducatie

Laatst bijgewerkt op 11 november 2025

Partners kernelementen aanbevelingen modelinterventie schooltuinieren

Collectief Natuurinclusief – Domein Onderwijs

Vereniging GDO is trekker van het Domein Onderwijs van het Collectief Natuurinclusief.

In de transitie naar een Natuurinclusief Nederland in 2050 biedt Collectief Natuurinclusief een krachtige en samenhangende benadering. Met groene koplopers van bedrijven, maatschappelijke organisaties, scholen, kennisinstellingen en overheden werken we samen om de beweging naar een natuurinclusieve samenleving te versterken en te versnellen. Georganiseerd in tien domeinen: bouw, energie, financiële sector, gezondheid, infrastructuur, landbouw, onderwijs, vrijetijdseconomie, water en bedrijventerreinen.

Domein Onderwijs

De natuur is de basis van ons bestaan: de mens is natuur. Wij zijn verbonden met – en afhankelijk van – al het andere leven op aarde. Natuurinclusief onderwijs biedt een vruchtbare bodem voor kinderen en jongeren om goed te leren zorgen voor onszelf, voor elkaar en voor de wereld om ons heen. Er gebeurt al heel erg veel: pionierende docenten, inspirerende initiatieven en groene koplopers werken aan een groeiende beweging naar natuurinclusief onderwijs. In het domein onderwijs versnellen, verbreden en verbinden we die beweging. Dat doen we samen met de centra voor natuur- en duurzaamheidseducatie in ons netwerk.

Natuurinclusief leren kan integraal middels de Whole School Approach

De Agenda 2.0 werkt met vijf verschillende ambities en actielijnen, zoals een natuurinclusieve schoolomgeving en een ondersteuningsstructuur voor het onderwijs. Om ervoor te zorgen dat de verschillende dimensies van de opgave rondom natuurinclusiviteit en de verschillende rollen voor het onderwijs hierin een rol krijgen binnen het onderwijs, erkennen de ministeries de rol die de Whole School Approach (WSA) hierin kan spelen. De Whole School Approach is een integrale kijk op verduurzaming van scholen waarbij aan de hand van vijf bloembladen de hele school betrokken raakt bij duurzaamheid.

GDO werkt samen met partner SME en andere organisaties zoals Leren voor Morgen al langer samen aan de WSA als tool om scholen op weg te helpen bij de verschillende dimensies waarbinnen zij aan duurzaamheid kunnen werken. Zo werken we met de NDE-centra aan een lokale ondersteuningsstructuur, waarbij zij als partner de school begeleiden met de WSA. Deze theorie leent zich uitstekend om ook natuurinclusiviteit een passende rol te geven in het onderwijs.

Lees ook dit artikel over NDE-centra die de training hebben afgerond.

Lees meer over de aanpak van het Domein Onderwijs.

Bronnen voor NME

Op Bronnen voor NME vind je meer dan 1000 bronnen op het gebied van natuur- en duurzaamheidseducatie, zoals onderzoeken, lessons learned, didactische- en pedagogische visies, handleidingen,  achtergrondinformatie en beleidsstukken. Van groene schoolpleinen tot participatietrajecten, en van dierverzorging tot energietransitie. Altijd met als gemeenschappelijk thema: educatie, maar geen lesmateriaal. 

Bronnen voor NME’ heeft als doel om alle relevante informatie te ontsluiten waar de huidige en toekomstige NDE-ers in hun werk baat bij hebben. Sinds 1970 zijn er veel publicaties verschenen over natuur- en milieueducatie en over leren voor duurzaamheid. Veel van deze publicaties zijn nog steeds waardevol voor professionals in de NME, leerkrachten, docenten, studenten, voor vrijwilligers en andere geïnteresseerden. Elk jaar verschijnen er ook weer nieuwe interessante documenten die aan de website worden toegevoegd. Daarbij staan educatieve mogelijkheden steeds centraal. Documenten die direct toegankelijk zijn, kun je downloaden. Recent verschenen documenten nemen we zo snel mogelijk op. Als daar auteursrechten op zitten verwijzen we naar de uitgever of auteur.

Doorontwikkeling van NME naar NDE

Sinds 2025 werken we aan de doorontwikkeling van de website. Vanaf 2026 zal ‘Bronnen voor NME’ verder gaan onder de naam ‘Bronnen voor NDE’ en zal de website worden ondergebracht bij GDO, vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling. Het belang van ‘Bronnen voor NDE’ voor het NDE-netwerk is groot. De website bevat een schat aan waardevolle informatie. Tegelijkertijd zien we veel potentie om deze informatie beter te benutten, het is zaak dat nóg meer mensen in het werkveld er gebruik van maken. Juist daarom zetten we nu een volgende stap: van een website met kennisbank, naar een gebruikersgericht kennisplatform voor NDE, waar de gebruikers zelf actief aan bijdragen.

Concreet betekent dit dat we informatie willen ontsluiten die relevant is voor de gebruiker, verwoord vanuit diens perspectief en gericht op toepasbaarheid in de praktijk. Door actieve betrokkenheid bij het kennisplatform kan het werkveld een gezamenlijke kwaliteitsslag maken door voort te bouwen op en te leren van elkaar. Op deze manier wordt ‘Bronnen voor NDE’ hét kennisplatform van en voor NDE!

Blijf op de hoogte via Bronbericht

Wil je op de hoogte blijven van ontwikkelingen? Ieder kwartaal brengen we een ‘Bronbericht’ uit, een digitale nieuwsbrief. Hierin wordt een specifiek onderwerp behandeld met verwijzing naar relevante bronnen. Je kunt je aanmelden via Bronnen voor NME.

Wil je meedenken met de doorontwikkeling van de website? Laat dat dan weten via a.haverkamp@vereniginggdo.nl

5 innovatieve Praktijken ter inspiratie

Het project 5 innovatieve Praktijken ter inspiratie is opgezet om tot strategieën te komen voor natuur- en duurzaamheidscentra (NDE) om de stap van educatie naar burgerparticipatie te zetten. De Wetenschapswinkel van de WUR heeft dit project in 2022 en 2023 ondersteund met een ontwikkeltraject.   

Activeren van bewoners

Steeds meer NDE-centra willen hun focus verbreden van educatie naar ook het activeren van inwoners. Dit heeft alles te maken met het bewustzijn dat het activeren van inwoners belangrijk is om een bijdrage te leveren aan de aanpak van diverse maatschappelijke urgenties. Het gaat daarbij om thema’s als biodiversiteit, klimaatadaptatie, gasvrije wijk, eigen energiewinning en isolatie, en circulaire economie. GDO helpt centra die de stap naar het activeren van burgers willen zetten of deels al de stap hebben gezet.

Succesfactoren

NDE-centra staan als lokale, laagdrempelige organisaties dicht bij de inwoners en genieten daar vertrouwen. Toch blijkt het in de praktijk voor veel NDE-centra lastig te zijn om de stap van educatie naar inwonersparticipatie te zetten. Met dit project hebben we inzicht gekregen in mogelijke strategieën voor NDE-centra om die stap wel te kunnen maken.

De hoofdonderzoeksvraag voor dit project was: wat zijn de succesfactoren die NDE-centra in staat stellen om hun activiteiten te verbreden naar andere doelgroepen, werkzaamheden en competenties, en tegen welke barrières lopen zij aan? Hiervoor zijn bij vijf NDE-centra inspirerende en innovatieve voorbeelden van het betrekken van bewoners onderzocht. Deelnemende centra waren NMCX in Haarlemmermeer, De Groene Belevenis in Leusden, Duurzaamheidscentrum Assen, De Ulebelt in Deventer en CNME Maastricht.

Leerdocument

Dit project heeft geleid tot een vijfstappen-leertraject met de stappen verbinden, verkennen, aanpassen, veranderen en reflecteren. Ook zijn er zes handreikingen opgesteld voor NDE-centra. Hierin worden tools aangereikt voor het bereiken van gewenste doelgroepen of het vormgeven van organisatieveranderingsprocessen. Het onderzoek krijgt een vervolg in een training om leidinggevenden te ondersteunen bij veranderingsprocessen in hun NDE-centrum.

Het project is uitgevoerd in samenwerking met onderzoekers Jolanda van den Berg en Thomas Matthijssen en studenten van Wageningen UR. De begeleidingsgroep bestond uit: René Munsters (GDO), Monique Verstraten (Natuurcentrum Arnhem), Brigit Kuypers (CNME Amersfoort), Mayke Derksen (RVO/ Kennis- en leerprogramma DuurzaamDoor), Madelon de Beus (oud-directeur Aeres Hogeschool Wageningen), Kris van Koppen (Environmental Policy Group, Wageningen University) en Gerard Straver (Wetenschapswinkel WUR).

Lees meer over de resultaten.

Meer informatie? Neem contact op met programmamanager Duurzame Samenleving René Munsters.

Klik op de foto voor een video over burgerparticipatie en vergroenen door NMCX.

Met Zet je GFT in bloei stimuleert De Groene Belevenis inwoners van Leusden om hun GFT te verwerken tot compost of er oesterzwammen op te kweken.

Ook is De Groene Belevenis betrokken bij het project Groen & Ontmoeten in de nieuwe Maanwijk, in samenwerking met Heijmans.

… en bij het ondersteunen van bewoners bij het afkoppelen van regenpijpen in een straat die kampt met wateroverlast bij hevige regenbuien.

Website gerealiseerd door Daily Creative Agency