Basisschoolkinderen van nu zijn rond 2030 klaar met hun opleiding. Heeft die ze voorbereid op klimaatproblemen? Zorg voor onafhankelijke klimaateducatie. Dit stellen GDO-moderatoren René Munsters en Henk Nijhof in een opiniestuk dat Trouw op 18 augustus publiceerde. Zij doen een oproep aan overheden en bedrijfsleven om ons te helpen door gezamenlijk te investeren in een Fonds voor Duurzaamheidseducatie. ,,Het tijd om het principe van Social Impact Investing toe te passen: wie baat heeft bij het beperken van de kosten in de toekomst, heeft belang bij de investeringen in het heden en is een potentiële financier. Dit financieringsvraagstuk hoort niet alleen bij gemeenten te liggen.”
Goed lesmateriaal ontbreekt
,,Het verontrustende klimaatrapport van het IPCC, dat vorige week uitkwam, laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Het is code rood en we zullen echt aan de slag moeten om de klimaatverandering te keren.
Ook in de vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling maken we ons zorgen over klimaatverandering. En ook over educatie rond klimaatverandering, natuur en milieu. Vanuit onze achterban, ongeveer 100 gemeenten en bijna 150 natuur- en duurzaamheidsorganisaties (voor educatie op het terrein van natuur en milieu), zien we dat goed lesmateriaal over klimaatverandering en andere duurzaamheidsvraagstukken op veel plekken ontbreekt. Dat baart ons zorgen, omdat het belangrijk is dat kinderen en jongeren een oordeel leren vormen over klimaat- en milieuproblemen op basis van objectieve informatie.”
De samenleving van 2030
In 2030 moeten we onze CO2- uitstoot hebben gehalveerd. De kinderen die nu op de basisschool zitten, studeren rond het jaar 2030 af. Ze zoeken dan een huis en maken plannen voor de toekomst. We bereiden ze in het onderwijs voor om zo goed mogelijk deel te nemen aan de samenleving.
Maar die samenleving zal in 2030 heel anders zijn dan de wereld waarin de huidige generaties zijn opgegroeid. Zonder objectieve achtergrondkennis is een omvangrijk en complex probleem als klimaatverandering en wat dit betekent voor jezelf, je omgeving en je toekomst, moeilijk te duiden.
Bij het ontbreken van regulier lesmateriaal wordt ander voorhanden materiaal ingezet, bijvoorbeeld gesponsord door de fossiele industrie, zoals beschreven in het opiniestuk van door Extinction Rebellion Families Nederland in Trouw (1 mei). We vrezen dat kinderen en jongeren daarmee geen onafhankelijk beeld krijgen over klimaatverandering. Ondanks enkele kerndoelen in het onderwijs die refereren aan natuur, milieu en duurzaamheid, krijgen deze onderwerpen in de dagelijkse praktijk onvoldoende aandacht. De remedie is volgens ons om duurzaamheidseducatie echt te integreren in het curriculum van scholen.
Duurzaamheid is ‘geen kerntaak’
De bijna 150 natuur- en duurzaamheidscentra in ons land bedienen van oudsher het basisonderwijs en richten zich steeds vaker op inwoners, bedrijfsleven en het voortgezet onderwijs. Door het duurzaamheidsbeleid van overheden te vertalen naar de dagelijkse woon-, werk- en leeromgeving, stimuleren de centra op een onafhankelijke manier een duurzame basishouding bij kinderen en verleiden zij volwassenen tot een duurzame leefstijl.
Wegbezuinigd
Helaas heeft een fors aantal gemeenten deze functie wegbezuinigd. Veelal met het argument dat het geen kerntaak van de gemeente was. Dat argument kan in deze tijd niet meer met droge ogen worden gebruikt. Het wordt tijd om het principe van Social Impact Investing toe te passen: wie baat heeft bij het beperken van de kosten in de toekomst, heeft belang bij de investeringen in het heden en is een potentiële financier. Dit financieringsvraagstuk hoort niet alleen bij gemeenten te liggen. We roepen Rijksoverheid, provincies, waterschappen, bedrijfsleven en vermogende personen op ons te helpen door gezamenlijk te investeren in een Fonds voor Duurzaamheidseducatie, naar analogie van het Cultuurfonds.
Van levensbelang
Onderwijs over het omgaan met de uitdagingen op weg naar een duurzame circulaire samenleving is van levensbelang voor de toekomst van onze kinderen. We hebben onderwijs nodig dat gericht is op de opgaven die we de komende jaren moeten oplossen met elkaar. De natuur- en duurzaamheidsorganisaties zetten de in de afgelopen decennia opgebouwde onafhankelijke expertise graag daarvoor in. Laten we de biodiversiteit weer centraal stellen binnen onze economie en economische beslissingen. En laten we kinderen, jongeren en hun ouders onafhankelijke informatie en scholing over duurzaamheid bieden, zodat zij afgewogen keuzes kunnen maken en invloed kunnen uitoefenen op hun eigen toekomst.”
Reageren?
Neem contact op met Rene Munsters of Henk Nijhof.