De gezamenlijke ministeries laten een strategie duurzaamheid in het onderwijs opstellen, samen met het werkveld. De adviezen uit het onderzoek ‘Leren voor Duurzame ontwikkeling in het primair- en voortgezet onderwijs’ van onze coöperatie Leren voor Morgen, dat is uitgevoerd met onze partner SME en het Groene Brein, worden overgenomen. Dat hebben ze op 27 oktober laten weten aan de Tweede Kamer.
Vraaggestuurd ondersteunen
Het doel van deze strategie is om vraaggestuurd scholen te ondersteunen bij het realiseren van meer duurzaamheid in het onderwijs. De strategie wordt gebaseerd op de leerpunten uit het onderzoek. De strategie moet goed aansluiten bij de al bestaande onderwijsdoelen en kwalificaties, initiatieven en programma’s, zodat er geen extra druk op de scholen wordt gelegd, aldus Piet Adema, minister van LNV. Hij ziet voor het thema duurzaamheid aanknopingspunten in verschillende leergebieden, waaronder burgerschapsonderwijs.
Conclusies en aanbevelingen
De conclusies uit het onderzoek van Leren voor Morgen zijn in drie hoofdpunten verwoord: Er is weinig groei in de verankering van duurzame ontwikkeling in het onderwijs (ten opzichte van 2015). In ongeveer 15 procent van de PO- en VO-scholen is duurzaamheid schoolbreed verankerd. In vergelijking met 2015 is er weinig verandering in deelname aan (schoolbrede) duurzaamheidsprogramma’s met labels en keurmerken. De aandacht voor duurzaamheid op school is vaak ad-hoc georganiseerd.
Ook hebben scholen grote behoefte aan ondersteuning. En ze worstelen met maatschappelijke vraagstukken en de positionering in domeinen of vakken. Het ontbreekt aan regie op duurzame ontwikkeling in het onderwijs.
Meer afstemming tussen beleidsopgaves
De huidige situatie is dat ministeries elk vanuit hun eigen inhoudelijke dossiers het onderwijs benaderen. Voedseleducatie en natuur- en milieueducatie vanuit LNV, onderwijs over energie en klimaat vanuit EZK, onderwijs over de circulaire economie, water en klimaatadaptatie vanuit IenW. OCW is verantwoordelijk voor onderwijsbeleid en kwaliteit en verantwoordelijk voor het beleid op onderwijshuisvesting. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de (duurzame) huisvesting van scholen. LNV en de andere betrokken departementen willen onderling zorgen voor meer afstemming van de beleidsopgaves waarbij zij het onderwijs willen betrekken. Dit betekent dat zij samen met de betrokken partijen een passende strategie duurzaamheid in het onderwijs gaan ontwikkelen, aldus de Kamerbrief.
Lees het onderzoek naar de stand van zaken en de ondersteuningsbehoefte van leerkrachten, docenten en schoolleiders.