Agenda

5 innovatieve Praktijken ter inspiratie

Het project 5 innovatieve Praktijken ter inspiratie is opgezet om tot strategieën te komen voor natuur- en duurzaamheidscentra (NDE) om de stap van educatie naar burgerparticipatie te zetten. De Wetenschapswinkel van de WUR heeft dit project in 2022 en 2023 ondersteund met een ontwikkeltraject.   

Activeren van bewoners

Steeds meer NDE-centra willen hun focus verbreden van educatie naar ook het activeren van inwoners. Dit heeft alles te maken met het bewustzijn dat het activeren van inwoners belangrijk is om een bijdrage te leveren aan de aanpak van diverse maatschappelijke urgenties. Het gaat daarbij om thema’s als biodiversiteit, klimaatadaptatie, gasvrije wijk, eigen energiewinning en isolatie, en circulaire economie. GDO helpt centra die de stap naar het activeren van burgers willen zetten of deels al de stap hebben gezet.

Succesfactoren

NDE-centra staan als lokale, laagdrempelige organisaties dicht bij de inwoners en genieten daar vertrouwen. Toch blijkt het in de praktijk voor veel NDE-centra lastig te zijn om de stap van educatie naar inwonersparticipatie te zetten. Met dit project hebben we inzicht gekregen in mogelijke strategieën voor NDE-centra om die stap wel te kunnen maken.

De hoofdonderzoeksvraag voor dit project was: wat zijn de succesfactoren die NDE-centra in staat stellen om hun activiteiten te verbreden naar andere doelgroepen, werkzaamheden en competenties, en tegen welke barrières lopen zij aan? Hiervoor zijn bij vijf NDE-centra inspirerende en innovatieve voorbeelden van het betrekken van bewoners onderzocht. Deelnemende centra waren NMCX in Haarlemmermeer, De Groene Belevenis in Leusden, Duurzaamheidscentrum Assen, De Ulebelt in Deventer en CNME Maastricht.

Leerdocument

Dit project heeft geleid tot een vijfstappen-leertraject met de stappen verbinden, verkennen, aanpassen, veranderen en reflecteren. Ook zijn er zes handreikingen opgesteld voor NDE-centra. Hierin worden tools aangereikt voor het bereiken van gewenste doelgroepen of het vormgeven van organisatieveranderingsprocessen. Het onderzoek krijgt een vervolg in een training om leidinggevenden te ondersteunen bij veranderingsprocessen in hun NDE-centrum.

Het project is uitgevoerd in samenwerking met onderzoekers Jolanda van den Berg en Thomas Matthijssen en studenten van Wageningen UR. De begeleidingsgroep bestond uit: René Munsters (GDO), Monique Verstraten (Natuurcentrum Arnhem), Brigit Kuypers (CNME Amersfoort), Mayke Derksen (RVO/ Kennis- en leerprogramma DuurzaamDoor), Madelon de Beus (oud-directeur Aeres Hogeschool Wageningen), Kris van Koppen (Environmental Policy Group, Wageningen University) en Gerard Straver (Wetenschapswinkel WUR).

Lees meer over de resultaten.

Meer informatie? Neem contact op met programmamanager Duurzame Samenleving René Munsters.

Klik op de foto voor een video over burgerparticipatie en vergroenen door NMCX.

Met Zet je GFT in bloei stimuleert De Groene Belevenis inwoners van Leusden om hun GFT te verwerken tot compost of er oesterzwammen op te kweken.

Ook is De Groene Belevenis betrokken bij het project Groen & Ontmoeten in de nieuwe Maanwijk, in samenwerking met Heijmans.

… en bij het ondersteunen van bewoners bij het afkoppelen van regenpijpen in een straat die kampt met wateroverlast bij hevige regenbuien.

Praatplaten voor moestuinlessen

Geeft jouw organisatie moestuinlessen of zijn er in jouw regio moestuincoaches actief op scholen? Met deze 8 praatplaten op A3-formaat kunnen begeleiders op vernieuwende wijze (extra) verdieping geven aan de lessen.

Inzicht in (kringloop)processen
Aan de hand van de ervaringen en belevenissen in de moestuin geven de praatplaten de leerlingen meer inzicht in verschillende thema’s en (kringloop-) processen. Met ontdekopdrachten, het stellen van doordenkvragen en het voorleggen van stellingen, worden de leerlingen gestimuleerd zelf na te denken over de wereld om hen heen, hun voedsel en mogelijke duurzame(r) en gezonde(r ) keuzes daarin. Een mooi voorbeeld van natuurfilosofie.

Een korte handleiding van 1 A4 geeft toelichting hoe de platen gebruikt kunnen worden.

De platen zijn in opdracht van Jong Leren Eten ontwikkeld door vereniging GDO in samenwerking met Utrecht Natuurlijk, De Groene Belevenis en Omgevingsdienst regio Utrecht.

Wil je de platen laten printen op duurzaam papier? Dit zijn de drukspecificaties.

Download de praatplaten
Praatplaat 1 – Plantenonderdelen
Praatplaat 2 – Groei
Praatplaat 3 – Bloemen
Praatplaat 4 – Bestuivers
Praatplaat 5 – Zaden
Praatplaat 6 – Kringloop
Praatplaat 7 – Bodemdieren
Praatplaat 8 – Eten

Jong leren eten met pannenkoeken bakken en kruidenworkshops

Als kinderen al jong leren waar hun eten vandaan komt en wat goed is voor hen om te eten, hebben ze daar later profijt van. In samenwerking met het programma Jong Leren Eten (RVO) hebben NME-centra twee handleidingen voor gewaardeerde lessen geactualiseerd, gericht op natuur, gezondheid en duurzaamheid. kinderen leren door te oefenen en zelf ontdekken, zodat ze later goed omgaan met hun omgeving.

Groep 1 en 2
In ‘Alles voor een pannenkoek’ leren kinderen van groep 1 en 2 pannenkoeken bakken en tegelijkertijd welke vier ingrediënten daarvoor nodig zijn. Maar ook: waar komen deze ingrediënten vandaan? Hierbij zijn de boer en boerin en de dieren en de planten op de boerderij belangrijk. Zonder het een of ander kan er geen pannenkoek worden gebakken.

Groep 7 en 8
Leerlingen van groep 7 en 8 gaan actief aan de slag met ‘De kracht van kruiden’. Waar kun je kruiden allemaal voor gebruiken en waar vind je ze in de natuur? De leerlingen gaan ook buiten op ontdekkingstocht op zoek naar deze kruiden. Daarnaast maken ze een paar recepten, zoals tijmsiroop en brandnetelsoep.

Bij beide handleidingen is de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum leidend.

Aanrader voor scholen
Kees van Wegen (BuitenWijs) en Jolanda Zeilmaker (De Groene Belevenis) waren betrokken bij het maken van de handleidingen. Waarom vinden zij deze handleidingen een aanrader voor scholen? “Met de handleidingen krijg je als leerkracht een kant-en-klaar-pakket: een handleiding die je helpt in korte tijd voor te bereiden, de kinderen stimuleert zo zelfstandig mogelijk aan de slag te gaan en laat nadenken over welke keuzes zij kunnen maken rond gezondheid en duurzaamheid. Daarbij zitten alle benodigde materialen in de leskist of in de materiaalzending. Je kunt via het NME-centrum bij jou in de buurt de leskist reserveren. Maar, het is ook prima te doen om zelf alle materialen voor de lessen bijeen te brengen.”

Handleidingen waarmee je direct aan de slag kunt.
Alles voor een pannenkoek

De kracht van kruiden

Ben je op zoek naar een NME-organisatie in de buurt voor de bijbehorende leskist en/of ander materiaal? Kijk op de plattegrond op de homepage of mail naar info@vereniginggdo.nl. Dan helpen wij je verder.

Kennisplatform Stadslandbouw Nederland

GDO is trekker van het kennisplatform Stadslandbouw Nederland. Stadslandbouw is volop in ontwikkeling. Een mooie ontwikkeling. Want behalve voedsel levert het telen van eten in en rond de stad nog veel meer voordelen op. Denk aan meer groen en ruimte voor overvloedig regenwater. Aan beweging, gezonde voeding, saamhorigheid en werkgelegenheid in een wijk. Aan minder afval en minder kilometers. En de korte keten zorgt voor een betere relatie tussen burger en boer.

Kennis borgen en verbinden
Stadslandbouw Nederland borgt kennis die pioniers afgelopen jaren hebben opgedaan. En we verdiepen, verbinden, zoeken kruisbestuivingen, inspireren en delen. Dat doen we via living labs, educatie en digitaal. Daarbij maken we dankbaar gebruik van de vele partijen die bezig zijn met stedelijk voedsel, voedselstrategie en aanverwante thema’s. Als we met elkaar samenwerken, kunnen we echte stappen maken naar een ander voedselsysteem en een gezonde, groene leefomgeving.

Stadslandbouw Nederland wordt ondersteund door het programma Duurzaam Door (RVO).

Samenwerken aan afvalvrije scholen: inspiratiegids

Om de opbrengsten van twee jaar samenwerken aan afvalvrije scholen op te halen, hebben we met Rijkswaterstaat een Kennis(sen)dag gehouden voor gemeenten, publieke afvalinzamelaars en NME-organisaties. Zij kwamen voor het eerst bijeen om kennis en ervaring uit te wisselen en leerden elkaar (beter) kennen.

,,Een afvalvrije school vraagt om een verbinding tussen mensen en organisaties die voorheen vaak niet bestond. Dat maakte deze uitwisseling tussen bijna 80 vertegenwoordigers van alle betrokken partijen heel waardevol”, aldus Jennifer van Dijk, van Rijkswaterstaat, afdeling Afval Circulair. ,,Het gaat er tenslotte om dat we kinderen leren afval scheiden in het belang van de toekomst.”

Mogelijkheden
Alle partijen hebben behoefte aan informatie en helderheid over de mogelijkheden van afvalscheiding en -inzameling. Schoolafval wordt in de meeste gemeenten gezien als bedrijfsafval, waarvoor contracten zijn afgesloten met (commerciële) afvalinzamelaars. Juridisch en financieel vraagt dat om aanpassingen in wet- en regelgeving.

Om wel aan de slag te gaan, zijn er verschillende mogelijkheden. Te beginnen met preventie. Ook kan de afvalinzamelaar zelf afvalscheiding aanbieden. Scholen kunnen gezamenlijk inkopen en afspraken maken met afvalinzamelaars of samen met gemeenten een aanbesteding doen. Het aanpassen van het gemeentelijk reinigingsrecht biedt een uitkomst of het kan worden meegenomen met huishoudelijk afval (Wet M&O, Vpb). Enkele gemeenten hebben daarvoor een Maatregel van Algemeen Belang genomen. De Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten NVRD heeft op een rij gezet welke mogelijkheden er zijn in wet- en regelgeving. En in april 2021 zijn daarover afspraken met de belastingdienst bekend geworden. Deze gaan over de uitwerking van de vennootschapsbelasting voor afval gerelateerde activiteiten (het branchekader Vpb).

Inspiratiegids
Een aantal mooie praktijkervaringen mét scholen, NME-organisaties, gemeenten en inzamelaars zijn gebundeld in een Inspiratiegids voor afvalvrije scholen. Veel handige informatie is verzameld in een routekaart voor gemeenten, in kennisdossiers over bijvoorbeeld GFT, een productoverzicht voor gescheiden afvalbakken en educatiemateriaal en in een aanpak gedragsverandering. Want behalve het goed organiseren, is het ook belangrijk kinderen enthousiast te maken voor een beter milieu. Daarin kunnen de ruim honderd organisaties voor natuur- en duurzaamheidseducatie (verenigd in het NME-netwerk van de vereniging GDO) in het land een rol spelen, ook als verbinder tussen de partijen.

Besparing
Belangrijke tip is: houd vol! Scholen zijn immers druk, verandering is moeilijk. Een lange adem helpt; soms duurde het twee jaar voordat kon worden begonnen met afvalscheiding. Maar als het lukt, is dat het meer dan waard. Een school scheidde bijvoorbeeld al papier, maar na de invoering van de afvalvrije school was het papiervolume vier keer zo groot. Het heeft dus zin! Bijkomend voordeel voor scholen is dat goede preventie en afvalscheiding uiteindelijk een besparing kan opleveren, door het drastisch verminderen of helemaal verdwijnen van restafval.

Op onze online werkplek voor leden van ons netwerk is een verslag van de dag te vinden en praktijkvoorbeelden. En we organiseren in samenwerking met Rijkswaterstaat CoP’s en pilots rond dit thema.

Leidraad NVRD voor gemeenten
De Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten heeft een leidraad uitgebracht: Afvalscheiding op scholen. Hoe regel ik dat als gemeente?

Kennis(sen)dag in LEF Futurecenter Rijkswaterstaat.

Groentezaden voor basisscholen en bso’s

Voor het zevende jaar kunnen we scholen en bso’s pakketten aanbieden met zaden van groenteveredelingsbedrijf Rijk Zwaan. Het bedrijf stelt voor 2024 3600 pakketten beschikbaar. Alle pakketten worden via lokale natuur- en duurzaamheidscentra (NME) en in samenwerking met makelaars Jong Leren Eten over heel het land verspreid.

Lesmateriaal en teeltinformatie

Bij de zaden wordt een boekje met teeltinformatie bijgeleverd. De speciale Rijk Zwaan- website www.lovemysalad.com/moestuintips met meer praktische tips krijgt deze winter een update. Centra kunnen het pakket ook aanvullen met eigen lesmateriaal.

Let op: pakketten aanvragen kan alleen door leden van ons GDO Netwerk en makelaars Jong Leren Eten. Aanvragen van afzonderlijke scholen worden niet in behandeling genomen. Je vindt een lokale NME-organisatie op deze kaart.

Waarom deelt Rijk Zwaan groentezaden uit? We vragen het aan Jolanda van Kralingen van het bedrijf:
,,Al jarenlang krijgen de medewerkers van Rijk Zwaan in het voorjaar een zadenpakket voor hun eigen moestuin. Een groot deel van deze pakketten kwam uiteindelijk terecht bij schoolmoestuinen en maatschappelijke moestuinprojecten. De slogan van ons bedrijf is ‘Sharing a healthy future’ en voedseleducatie past daar helemaal in. Daarom zijn we lid geworden van het Voedseleducatie Platform en ook hebben we besloten om onze zadenpakketten landelijk ter beschikking te stellen aan basisscholen en buitenschoolse kinderopvang organisaties. We zijn direct vanaf het begin in 2017 gaan samenwerken met centra voor natuur- en duurzaamheidseducatie (NME) aangesloten bij de vereniging GDO, Smaaklessen van de Wageningen Universiteit en Jong Leren Eten. We vinden het erg belangrijk om met elkaar op te trekken en een breed gedragen activiteit te hebben binnen voedseleducatie.”

De zadenactie bleek een groot succes. In het eerste jaar waren er 2500 pakketten beschikbaar, die erg snel op waren. Het aantal werd uitgebreid tot 3000 en in 2022 naar 3500 en sinds 2023 zijn er maar liefst 3600 pakketten beschikbaar.  Jolanda: ,,Om de scholen met moestuinambities verder op weg te helpen, hebben we naast het boekje wat bij het pakket gevoegd is, op onze consumentenwebsite LovemySalad.com een speciale pagina gemaakt die gaat over moestuinieren met kinderen. Je vindt hier handige instructies voor het zaaien en planten, informatie over de herkomst van de zaden, lespakketten en een zaaikalender.”

Als de groentes eenmaal zijn geoogst is het natuurlijk ook leuk om te weten wat voor lekkere gerechten je er mee kunt maken. ,,Allereerst is er de zogenaamde Salapedia waar je voor iedere geoogste groente- of fruitsoort informatie kunt opzoeken. Daaraan gekoppeld staan ook weer recepten, waarmee je je oogst in een lekker en gezond gerecht kunt omtoveren. Ook al heb je als school geen zadenpakket kunnen bemachtigen, dan biedt deze website mooie handvatten om concreet met gezonde voeding aan de slag te gaan”, aldus Jolanda. * Met dank aan Jong Leren Eten 

Nationale Week Zonder Vlees en Zuivel

NME-centra ontwikkelen lesmateriaal voor PO & VO

De jaarlijkse Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel in maart wil Nederland op een concrete manier bewust maken van de positieve impact van minder vlees en zuivel eten en te laten zien hoe gemakkelijk dit kan zijn.

Voor scholen
Als onderdeel van deze campagne kunnen docenten in het primair en voortgezet onderwijs lesmaterialen downloaden. Deze lespakketten zijn speciaal voor deze week ontwikkeld door leden van ons NME Netwerk. Scholen kunnen worden geattendeerd op de mogelijkheid om het materiaal aan te vragen. Ook na de campagneweek zijn de materialen geschikt voor een les.

Zelf een mening vormen
Het lesmateriaal daagt leerlingen in primair en voortgezet onderwijs uit om een eigen mening te vormen over de impact die vlees- en zuivelconsumptie heeft op ons klimaat. De leerlingen leren en onderzoeken hoe je, zonder vlees en zuivel te eten, toch een gezonde en uitgebalanceerd voedingspatroon kan samenstellen. Hiermee wil de organisatie het sociaal maatschappelijk bewustzijn activeren.

Basisschool: vega- of hamburger?
Voor de les voor het primair onderwijs hebben Kees van Wegen (BuitenWijs Houten, Nieuwegein, IJsselstein en Lopik) en Jolanda Zeilmaker (De Groene Belevenis Leusden) een les ontwikkeld. Leerlingen in de bovenbouw kennis te laten maken met de voor- en tegenargumenten om te kiezen voor een vegaburger of een hamburger. De kinderen weten na deze les hun argumenten voor het kiezen van een ham- of een vegaburger. En ze kunnen vertellen hoe zij tot hun mening gekomen zijn en wat daarbij belangrijk is.

Voortgezet Onderwijs: digibordles en huiswerkopdrachten
Voor het voortgezet onderwijs hebben NME Den Haag en NMCX Centrum voor Duurzaamheid, Haarlemmermeer een interactieve digibordles ontwikkeld. Daaraan gekoppeld is een aantal keuzeopties voor de docent en een aantal huiswerkopdrachten voor de leerlingen. De benodigde lestijd kan dus zelf worden bepaald en is geschikt voor lesniveau VWO 1-2, HAVO 1-2-3 en VMBO 3-4. Bekijk het promotiefilmpje.

 De Nationale Week Zonder Vlees is een stichting, in het leven geroepen door Isabel Boerdam. Zij is vegetariër sinds haar 9de en ervaart al ruim achttien jaar de vele mogelijkheden van een vegetarisch eetpatroon. Sinds 2013 deelt Isabel deze inspiratie op haar foodblog en in haar boek De Hippe Vegetariër.

“Veel mensen hebben vooroordelen over vegetarisch eten: het is saai, smakeloos of ingewikkeld. Ik ben ervan overtuigd dat proberen en proeven leidt tot geloven. Want vegetarisch eten is juist verrassend, smaakvol en helemaal niet moeilijk! Iedereen die meedoet met de Nationale Week Zonder Vlees zal na deze zeven dagen makkelijker zijn weg vinden in de vegetarische en plantaardige keuken.”